NL
1
VEILIGHEID
NB! Deze eenheid is door ESAB getest in een algemene opstelling. De verantwo
ordelijkheid voor het functioneren en de veiligheid van de gekozen opstelling berust
bij de technicus die de installatie verricht.
De inhoud van deze aanwijzingen kan beschouwd worden als een aanvulling op de normale
voorschriften die op de werkplek van toepassing zijn.
Bedieningswerkzaamheden mogen, na instructie, uitsluitend worden uitgevoerd door personeel dat
goed vertrouwd is met de werking van de servoslede.
Een onjuiste manoeuvre, veroorzaakt door een verkeerde handgreep of het onjuist activeren van een
functiereeks, kan tot abnormale situaties leiden die letsel kunnen veroorzaken voor de bedieningsman
en beschadiging van de apparatuur.
1. Al het personeel dat met de servoslede werkt, moet goed vertrouwd zijn met:
S
de manier van werken
S
de plaats van de noodstop
S
zijn werking
S
de toepasselijke veiligheidsvoorschriften
2. Delen die onder spanning kunnen staan, zijn gewoonlijk beschermd tegen aanraking.
S
Ingrepen aan elektrische componenten mogen uitsluitend door bevoegd personeel worden
verricht.
3. Denk aan het gevaar van vallende last.
S
Ga na of de ondergrond bestand is tegen de schroefkrachten die op kunnen treden.
S
Controleer of de slede op de ondergrond bevestigd is met tenminste 4 M10- of M12-bouten
(Inbus).
S
Overbelast de slede niet (zie op bladzijde 7 voor het draagvermogen van de slede)
S
Controleer regelmatig de conditie van de riem (minstens om de 200 uur).
S
Vervang de riem ten minste eens in de 5 jaar of eerder als dat nodig mocht zijn.
N.B. Zeker de last bij het vervangen van de riem of het riemwir. Le de pagina 16.
WAARSCHUWING!
Bij riembreuk valt de last.
4. Gevaar van vastgeklemd worden
S
Als de loper naar zijn eindstand beweegt.
S
Als de riembeveiliging gedemonteerd is.
5. Onderhoud
S
Smeren en overige onderhoudswerkzaamheden mogen niet uitgevoerd worden zolang de
slede in bedrijf is.
be03dh
- 4 -