10. Led-statuslampje/foutopsporing
Activering vereist
De leds branden blauw en twee witte leds bewe-
gen van boven naar beneden naar het midden.
Het "toegangsbeheer"/"laadmodus" is niet in-
gesteld op "open". Gebruik voor het activeren
een geprogrammeerde RFID-chip of de app.
RFID-chip gedetecteerd
5 leds branden groen.
De go-e Charger heeft een RFID-chip herkend
die is goedgekeurd voor het opladen en geeft
het opladen vrij.
Onbekende RFID-chip
5 leds branden rood.
Er is een onbekende RFID-chip gebruikt. Gebru-
ik voor het activeren een ingeleerde RFID-chip.
Interne communicatiefout
De leds knipperen rood.
De go-e Charger heeft een algemene communi-
catiefout gedetecteerd. Controleer de foutcode
in de go-e Charger-app.
Voertuig wordt niet herkend
De leds branden in de stand-bymodus blauw.
Het opladen start echter niet.
Controleer of de laadkabel goed is aangesloten
en of de stekkers goed vastzitten.
Aardingsfout
De leds knipperen rood bovenaan en branden
statisch groen/geel onderaan.
Controleer of de toevoerleiding naar de go-e
Charger correct is geaard.
22
22
10. Led-statuslampje/foutopsporing
Faseverlies
De leds branden onderaan blauw en knipperen
rood bovenaan.
Controleer of de fase(s) van de go-e Charger
correct zijn aangesloten. Er kunnen slechts 2
fasen zijn aangesloten. Als er geen functie op-
treedt, neemt u contact op met de go-e support.
Reststroom gedetecteerd
De leds knipperen rood bovenaan en branden
roze onderaan.
De lader heeft een DC-foutstroom ≥ 6 mA of AC-
foutstroom ≥ 20 mA gedetecteerd. Om de sto-
ring te bevestigen, drukt u in de app op „Nieuwe
start" of koppelt u de lader kortstondig los van
de stroom. Evt. moet de laadstroom worden
verlaagd, maar ook de gebruikte aansluiting
moet worden gecontroleerd. (Eventueel is ook
de laadinrichting in uw auto defect.)
Verhoogde temperatuur
De leds onderaan gaan geel branden en knippe-
ren rood bovenaan.
De temperatuur in de go-e Charger is verhoogd.
Daarom wordt de laadstroom automatisch te-
ruggebracht.
Fout ont- of vergrendeling
De leds branden kort boven rood en onder geel.
De laadkabel kon niet naar behoren worden
ontgrendeld of vergrendeld. Het instrument
probeert de procedure met tussenpozen van
vijf seconden te herhalen. Het is mogelijk dat
de Type 2 stekker niet volledig is aangesloten.
Probeer deze tot de aanslag in de Type 2 bus te
steken.
23
23