F
INSTALLATIE EN MONTAGE
F.1
Inleiding
WAARSCHUWING
Zie
"Waarschuwing
veiligheidsinformatie".
Om de goede werking van het apparaat te garanderen en om
de veilige omstandigheden tijdens het gebruik te handhaven
dient u de aanwijzingen die in dit hoofdstuk opgenomen zijn
nauwkeurig op te volgen.
Controleer nadat het apparaat op zijn plaats is gezet of het
waterpas staat en pas de stand, indien nodig, aan. Als het
apparaat niet waterpas staat kan dit leiden tot een slechte
werking.
PAS OP
Alvorens het apparaat te verplaatsen
moet gecontroleerd worden of de hefca-
paciteit van het hefwerktuig dat gebruikt
wordt geschikt is voor het gewicht van het
apparaat.
LET OP:
Apparaten met ingebouwde koeleenheid moeten in
verticale stand verplaatst worden. Indien het appa-
raat in horizontale stand verplaatst wordt, moet hij
eerst enkele uren in de verticale stand blijven
staan, voordat u hem in bedrijf stelt.
PAS OP
• Plaats het apparaat in een geventi-
leerde ruimte, uit de buurt van
warmtebronnen zoals radiatoren of air-
conditioningsinstallaties,
elementen van de koeleenheid goed
gekoeld kunnen worden.
• Dek de condensor nooit af, ook niet
tijdelijk, om te voorkomen dat dit nade-
lige gevolgen heeft voor de goede
werking van de condensor en dus van
het apparaat.
• Het apparaat mag pas naar de plaats
van installatie gebracht worden en
losgemaakt worden van de verpak-
kingsbasis
installatie.
F.2
Verantwoordelijkheden van de klant
De taken, vereisten en werkzaamheden die de Klant moet
uitvoeren zijn de volgende:
• controleer of de vloer, waarop het apparaat geplaatst wordt,
waterpas is;
• zorg dat u over een geaard stopcontact beschikt waarvan
de capaciteit geschikt is met het oog op het opgenomen
vermogen dat op het typeplaatje staat vermeld;
LET OP:
Raadpleeg voor informatie m.b.t. de elektrische
aansluiting "A.11 Elektrische aansluitingen".
F.3
Instructies voor het uitpakken
Verricht de volgende handelingen om het apparaat uit te
pakken:
• snijd, indien aanwezig, de spanbanden door en verwijder
de beschermende folie, pas op dat het plaatwerk niet
beschadigd raakt door eventueel gebruikte scharen of
messen;
en
zodat
op
het
moment
van
• Verwijder, indien aanwezig, de kap (van karton), de hoeken
van polystyreen en de verticale beschermstukken;
• bij apparaten met een roestvrijstalen oppervlakken, de
beschermende folie heel langzaam verwijderen, zonder
deze te scheuren om te voorkomen dat er lijmresten
achterblijven;
• als dit toch gebeurt moet u de lijmresten met een niet bijtend
oplosmiddel verwijderen en het oppervlak vervolgens goed
afspoelen en afdrogen;
• het wordt geadviseerd alle roestvrij stalen oppervlakken te
behandelen met een in vaseline-olie gedoopte doek,
hierdoor ontstaat een beschermend laagje.
F.4
Het weggooien van de verpakking
Het verpakkingsmateriaal moet worden weggegooid in over-
eenstemming met de voorschriften die van toepassing zijn in
het land waar het apparaat gebruikt wordt. Alle materialen die
gebruikt zijn voor de verpakking zijn milieuvriendelijk.
Ze kunnen zonder gevaar bewaard worden, ze kunnen
gerecycled worden of verbrand worden in een afvalverbran-
dingsinstallatie. De kunststof componenten die eventueel
gerecycled kunnen worden zijn als volgt aangeduid:
Polyethyleen
• Buitenverpakking
• Zak met instructies
Polypropeen
• Riempjes
Piepschuim
de
• Beschermende delen rondom de hoeken
De onderdelen van hout en karton kunnen tot afval verwerkt
worden met inachtneming van de in het land van gebruik
geldende voorschriften.
F.5
Plaatsing
Volg tijdens het installeren van het apparaat alle daarvoor
geldende veiligheidsvoorschriften op, inclusief de aanwijzin-
gen betreffende brandpreventie.
Indien het apparaat in een omgeving geïnstalleerd wordt waar
bijtende stoffen zijn (chloor enz.), wordt geadviseerd om alle
roestvrijstalen oppervlakken met een met vaselineolie door-
drenkte doek af te nemen, zodat er een beschermend laagje
ontstaat.
Het apparaat opstellen:
• zet het apparaat neer op de van te voren gekozen plaats;
• stel het apparaat qua hoogte af en zet het door middel van
de verstelbare poten waterpas; controleer tegelijkertijd of
de deur goed open- en dichtgaat.
•
17