B
2.Zet de klep in stand B.
3.Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruim-
te.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
•
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
•
Gebruik niet meer dan 120 ml.
•
Stel niet het programma met voor-
was in.
•
Stel de startuitstelfunctie niet in.
Wanneer de klep zich in stand B bevindt en u was-
poeder wenst te gebruiken:
1. Verwijder de lade.
2.Zet de klep in stand A.
3.Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruim-
te.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Draai de programmaschakelaar om het
programma in te stellen:
18
A
•
Het indicatielampje van
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets incorrect instelt, begint het
lampje
rood te knipperen.
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN
UITGESTELDE START
Druk op
.
•
Het indicatielampje
knipperen en blijft branden.
•
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje
•
Bij het begin van een wascyclus kan de
afvoerpomp een tijdje werken.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN
UITGESTELDE START
1. Druk op
om de gewenste uitsteltijd in te
stellen.
Het lampje van het ingestelde startuitstel brandt.
Het
-lampje brandt.
2. Druk op
:
•
De machine begint de tijd af te tellen.
•
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
programma automatisch gestart.
U kunt de instelling van het startuitstel
annuleren of wijzigen voordat u op
drukt.
De uitgestelde start annuleren:
a. Druk op
om het apparaat op pauze te
zetten
b. Druk op
totdat het lampje van het
startuitstel dooft.
Druk weer op
direct te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Druk op
.
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
knippert.
stopt met
brandt.
om het programma