Inhoudsopgave
Advertenties
Invacare® OptiCharge
4.2 De acculader gebruiken
LET OP!
Kans op letsel door hete oppervlakken
De XLR-stekker kan tijdens het opladen zeer heet
worden.
– Raak de XLR-stekker niet aan tijdens het
opladen.
– Verwijder de XLR-stekker pas wanneer het
mobiliteitshulpmiddel volledig is opgeladen.
– Haal de stekker van de voedingskabel uit de
contactdoos en wacht tot de XLR-stekker is
afgekoeld.
C
D
E
F
A
1. Schakel het mobiliteitshulpmiddel UIT.
2. Sluit de XLR-stekker B aan op het mobiliteitshulpmiddel
om het op te laden.
14
B
Fig. 4-1
3. Steek de stekker van de voedingskabel A in een
geschikte contactdoos. De indicatorlampjes voor het
accuniveau D/E/F knipperen één keer.
Het aan/uit-lampje C gaat groen branden. Dit geeft aan
dat de accu correct is aangesloten en wordt opgeladen.
4. Wanneer het opladen is voltooid, haalt u eerst de stekker
van de voedingskabel uit de contactdoos en haalt u
vervolgens de XLR-stekker uit het mobiliteitshulpmiddel.
Betekenis van indicatorlampjes
KENNISGEVING
– Accu´s die herhaaldelijk worden opgeladen en
gedeeltelijk opgeladen worden gebruikt, zullen
veel minder lang meegaan.
– Wanneer de accu op een lader is aangesloten,
mag het acculaadniveau uitsluitend via de
indicators van de acculader worden afgelezen
en niet via het mobiliteitshulpmiddel.
Het lampje "Accu leeg" D gaat geel branden wanneer de
accu leeg is en deze weer wordt opgeladen. Een accu
met weinig lading wordt in ongeveer 12 uur volledig
opgeladen. Kleinere of gedeeltelijk opgeladen accu´s zullen
proportioneel in kortere tijd volledig worden opgeladen.
Het lampje "Accu gedeeltelijk opgeladen" E gaat ook
geel branden wanneer de accu gedeeltelijk is opgeladen
(> 50%). Een mobiliteitshulpmiddel waarvan de accu's dit
laadniveau of lager hebben, mag alleen in noodgevallen
worden gebruikt.
Daarnaast gaat het lampje "Accu is vol" F groen branden
(alle lampjes branden) wanneer de accu volledig is
opgeladen.
1640331-E
Advertenties
Inhoudsopgave
