dagen elke 40 seconden een pieptoon geven. De melder
zal op 230V goed functioneren, zelfs met een bijna lege
of kapotte back-up batterij, echter de melder zal niet
voldoende waarschuwen bij brand wanneer om welke
reden dan ook de spanning is uitgeschakeld.
Sensor Fout:
Als er een sensorfout wordt vastgesteld, zal de melder
iedere 40 seconden piepen (piepen zonder een
gelijktijdige rode led knippering). Maak de rookmelder
schoon (afstoffen, stofzuiger;). Blijft de melder piepen
dan moet deze vervangen worden.
Overlast / Vals alarm:
Onder bijzondere omstandigheden kan de melder worden
geactiveerd door iets anders dan rook of hitte van een
daadwerkelijke brand. Deze worden over het algemeen
overlast of valse alarmen genoemd en kunnen het gevolg
zijn van bijvoorbeeld kookdampen, stoom of overmatig
stof. Als u er zeker van bent dat het een vals alarm
is, druk dan eenvoudigweg de testknop in zodat het
alarmsignaal van de melder 10 minuten uitgaat.
Als er regelmatig overlast / valse alarmen zijn, controleer
dan het volgende.
• Sluit de keuken/badkamer wanneer deze wordt
gebruikt
en schakel de afzuiginstallatie aan. Stoom/
damp kan ongewenst alarm veroorzaken.
• Verzeker u ervan dat de melder minstens 5 meter
verwijderd is van een stoom of dampbron. Deze kan
ongewenst alarm veroorzaken.
• Vervuiling kan hebben plaatsgevonden door insecten,
SELECTEER DE OPTIMALE POSITIE VOOR DE MELDER
verf of verfdampen. Houdt de melder schoon. Nog beter:
voorkom vervuiling door bij (ver-)bouwwerkzaamheden
de meegeleverde stofkap te gebruiken.
50cm
• Als het probleem blijft bestaan kan een andere
montageplaats overwogen worden. Als alternatief
kunt u de rookmelder vervangen door een hittemelder,
DE MELDER MOET AAN HET PLAFOND WORDEN GEMONTEERD,
wanneer
verder
in
TENMINSTE 50 cm VERWIJDERD VAN WANDEN EN OBSTAKELS,
IDEALITER IN HET MIDDEN VAN DE KAMER/RUIMTE
rookmelders aanwezig zijn.
• Wanneer het alarm niet stopt schuift u de melder van
BEVESTIG EN VERBIND DE MONTAGEPLAAT
de bodemplaat, daarna zal de melder direct stoppen
met alarm geven (zie "Verwijdering melder"). Alleen
de melder verwijderen waarvan het rode lichtje snel
knippert, de andere melders zijn hoogstwaarschijnlijk
in orde.
Testen
VERBIND MET DE TERMINALS OP DE BASISPLAAT EN BEVESTIG DE
BASISPLAAT AAN HET PLAFOND MET DE BIJGELEVERDE SPULLEN
Regelmatig testen van de melder is een vereiste om
zeker te weten dat het alarm functioneert.
Richtlijnen en de beste manieren om te testen zijn als volgt:
1. Nadat het systeem is geïnstalleerd.
SCHUIF DE MELDER EROP
2. Test de rookmelder(s) elke 14 dagen
3. Na
langdurige
afwezigheid
vakantieperiode).
4. Na reparatie of onderhoud van een van de
systeemelementen of huishoudelijke elektrische
SCHUIF DE MELDER OP DE MONTAGEPLAAT. ALS HET OP
werkzaamheden.
DE JUISTE PLEK ZIT, HOORT U EEN "KLIK"
HOUD DE TESTKNOP 10 SECONDEN INGEDRUKT. DE MELDER
GEEFT EEN GELUID EN HET RODE LAMPJE KNIPPERT
50cm
de
woning
(gekoppelde)
(bijvoorbeeld
9
Door op de Test knop te drukken simuleert u het
effect van rook bij brand en worden de rookkamer,
elektronische delen en de sirene getest.
Testen van gekoppelde rookmelders: test de eerste
melder door op de Test knop te drukken. Alle rookmelders
gaan nu binnen 10 seconden in alarm nadat de eerste
rookmelder in alarm gegaan is. De rode LED op de
eerste rookmelder zal tijdens deze test knipperen terwijl
de sirene gaat. De melders stoppen kort nadat u de
knop loslaat.
Herhaal deze proceduren op alle gekoppelde melders.
Wanneer er 1 of meedere melders niet werken adviseren
wij u hiervoor een elektro installateur in te schakelen.
Statusresultaat
Melder OK
Melder Test
Batterij bijna
leeg
Sensorfout
Let op*– Controleer of het groene licht aan is. Zo niet, controleer de
spanningsonderbrekers, zekeringen, bedrading, etc. om het probleem op te lossen.
Schakel de spanning in en laat de batterij twee uur opladen. Als het piepen na deze
periode nog aanhoudt, moet de unit worden vervangen.
Onderhoud
Melder schoonmaken:
WAARSCHUWING: Stof kan in de rookkamer in de
melder vals alarm of storing veroorzaken.
Maak de buitenkant eens in de zoveel tijd schoon door
deze met een schone, natte doek af te vegen. Gebruik
geen schoonmaakmiddelen, bleekmiddel, wasmiddel of
glansmiddel, inclusief middelen in spuitbussen.
Zorg dat het rooster rondom de melder schoon en open
blijft, gebruik hiervoor een stofzuiger met borstelmond
en doe dit minimaal 2x per jaar.
Advies: wanneer er na plaatsing nog grote schoonmaak-
na
en/of (ver-)bouwwerkzaamheden zijn adviseren wij u
de meegeleverde stofkap tijdelijk over de melder te
schuiven. Dit om de rookmelder te beschermen tegen
stof. Daardoor kunnen vals alarm meldingen voorkomen
worden. Let op: de stofkap belemmert de functie en
werking van de rookmelder! Daarom: zodra mogelijk
meteen de stofkap verwijderen.
Controleer back-upbatterij:
Controleer het functioneren van de back-up van de
hoofdbatterij direct na installatie en vervolgens minstens
één keer per jaar, als volgt:
- Schakel de spanning uit bij de stoppenkast en
controleer of het groene lampje uit is.
Overzicht Beher & Testen
Overzicht Beheer & Testen
Groene LED
Rode LED
(Power)
(Alarm)
1 knippering
Aan
per 40
seconden
Aan
Snel
knipperen
Aan
Knippert
1 keer
Aan
Uit
Kijk naar:
Constant groen lampje
Rood lampje dat iedere
40 seconden knippert
Stofzuig rondom
de rookafvoer
10
Alarm
Actie
signaal
Uit
Aan
1 piepje
Zie
Let op
1 piepje
Vervang
Alarm