FUNCTIES & DAGELIJKS GEBRUIK
USEFUL TIPS
DE BEREIDINGSTABEL LEZEN
De tabel geeft een overzicht van de beste functie, accessoires en
het niveau voor het bereiden van verschillende soorten gerechten.
Bereidingstijden starten vanaf het moment dat het gerecht in de
oven is geplaatst. De voorverwarmingstijd (indien nodig) wordt niet
meegerekend. De bereidingstemperaturen en -duur zijn bij benadering
en zijn afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en het type accessoire
dat wordt gebruikt. Gebruik eerst de laagste aanbevolen waarden.
Als de bereiding niet naar wens is, kunt u hogere waarden gebruiken.
Geadviseerd wordt om de bijgeleverde accessoires te gebruiken en
indien mogelijk taartvormen en bakplaten van donker metaal. U kunt
ook vuurvaste of aardewerk pannen en accessoires gebruiken; de
bereidingstijden zijn dan iets langer.
HET TEGELIJKERTIJD BEREIDEN VAN VERSCHILLENDE GERECHTEN
Met de functie "Convectiebakken" kunt u verschillende gerechten
(zoals vis en groenten) gelijktijdig op verschillende steunhoogtes
bereiden. Verwissel de steunhoogten na tweederde van de
bereidingstijd, indien nodig. Haal de gerechten die klaar zijn uit de
oven en laat de gerechten die meer tijd nodig hebben in de oven staan.
EERSTE GEBRUIK
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarm bij het eerste gebruik de oven leeg met gesloten
deur minstens een half uur op de maximumtemperatuur.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is alvorens
de oven uit te schakelen en de ovendeur te openen. Het
apparaat kan een licht onaangename geur verspreiden die
wordt veroorzaakt door het verbranden van beschermende
stoffen die tijdens het fabricageproces zijn gebruikt.
1. Selecteer de gewenste bereidingsmodus met de
FUNCTIEKEUZEKNOP.
2. Selecteer de aanbevolen temperatuur voor de
bereidingsmodus of de gewenste temperatuur met de
THERMOSTAATKNOP.
Een lijst met bereidingsmodi en aanbevolen
bereidingstemperaturen vindt u in de bijbehorende tabel
(zie tabel Advies ovenbereiding).
Tijdens de bereiding kunt u altijd het volgende doen:
•
De bereidingsmodus wijzigen met de
FUNCTIEKEUZEKNOP.
•
De temperatuur wijzigen met de THERMOSTAATKNOP.
•
De totale bereidingstijd en de eindtijd instellen (zie
hieronder).
•
De bereiding stoppen door de FUNCTIEKEUZEKNOP op
"0" te zetten.
! et nooit voorwerpen op de bodem van de oven; zo
vermijdt u dat de email beschadigd raakt.
Plaats het kookgerei altijd op het daarvoor bestemde
rooster.
THERMOSTAATLAMPJE
Als het lampje brandt, produceert de oven warmte.
Het lampje schakelt uit wanneer de binnenkant van de
oven de gekozen temperatuur heeft bereikt. Vervolgens
zal het lampje afwisselend aan en uit gaan terwijl de
thermostaat de temperatuur op een constant niveau
houdt.
OVENLAMPJE
Het lampje kan worden ingeschakeld door de
FUNCTIEKEUZEKNOP op elke stand behalve "0" te
zetten. Het lampje blijft branden zolang de oven
in werking is. Door aan de knop te draaien, wordt
het lampje ingeschakeld zonder dat een van de
verwarmingselementen wordt geactiveerd.
1.
SELECTEREN VAN EEN FUNCTIE
Om een functie te selecteren, draait u de keuzeknop naar het symbool
van de gewenste functie.
LICHT/SNEL VOORVERWARMEN
Om het ovenlampje aan te zetten.
Om de oven snel voor te verwarmen.
STATISCH
Voor het bereiden van gerechten op één steunhoogte.
GRILLEN
Voor het grillen van karbonades, spiesen en worstjes,
gratineren van groenten of om brood te roosteren.
Voor het grillen van vlees wordt geadviseerd de
opvangbak te gebruiken om het braadvet op te vangen:
Plaats de pan op één van de niveaus onder het rooster
en voeg 200 ml drinkwater toe.
TURBO GRILL
Voor het grillen van grote stukken vlees (lamsbouten,
rosbief, hele kip). Er wordt geadviseerd de opvangbak te
gebruiken om het braadvet op te vangen: Plaats de pan
op één van de niveaus onder het rooster en voeg 200
ml drinkwater toe.
ONDERWARMTE+VENTILATOR
Voor het afbakken van erg vloeibare gerechten en
voor een krokante en goudbruine bodem. Ook handig
voor het indikken van sauzen. Plaats het voedsel op de
tweede plank.
De oven hoeft niet te worden voorverwarmd.
CONVECTIEBAKKEN
Om tegelijkertijd op maximaal twee roosters te
bereiden. Verwissel halverwege de bereiding de positie
van de ovenplaten.
ONDERWARMTE
Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken
van de bereiding van gevulde taarten of voor het
indikken van soepen. Gebruik deze functie de laatste
10/15 min van de bereiding.
HETE LUCHT
Voor het gelijktijdig bereiden van verschillende
gerechten op meerdere roosters (maximaal drie). Met
deze functie worden er geen geuren van het ene naar
het andere gerecht overgebracht.
ONTDOOIEN
Om etenswaren snel te ontdooien.
STOOM
De -functies bieden uitstekende resultaten dankzij de
toevoeging van stoom aan de bereidingsprogramma's.
Giet drinkwater in de bodem terwijl de oven koud
is en selecteer de functie die overeenkomt met uw
bereidingsmethode. De optimale waterhoeveelheid en
temperatuur voor elke voedselcategorie staan vermeld
in de bijbehorende tabel. Verwarm de oven niet voor
voordat u er etenswaren in plaatst.
12
NL