4.8
Belangrijke aanwijzingen voor het werken met roterende
staalborstels
Bij het werken met roterende borstels moeten enkele
werkinstructies en veiligheidsafstand worden aangehouden:
˗
Uw werkzone bevindt zich aan de handvatten van de machine die
als gegeven veiligheidsafstand tot de machine moet worden
aangehouden.
˗
Houd de stuurbeugel altijd met twee handen vast.
˗
Tijdens het werken met de machine moet u erop letten dat de
veilige afstand tot personen en dieren wordt aangehouden. Gevaar
door wegslingeren van voorwerpen.
˗
De roterende borstel heeft bij enkele werkstanden een stijgende
trekkracht waarbij een hogere tegenkracht de machine in de
werkzone moet houden.
˗
De machine kan bij weerstand aan de borstel plotseling aan de
stuurbeugel trekken.
De staaldraden vormen tijdens het slepen op enkele
ondergronden vonken. Dit leidt tot een hoger brandgevaar
waartegen de volgende veiligheidsmaatregelen moeten worden
genomen:
˗
Wees bij extreem hete en droge tijden bijzonder voorzichtig.
˗
Zorg ervoor dat u altijd een geschikt En voldoende blusmiddel bij u
heeft.
˗
Probeer een sterk schuine stand van de machine te vermijden.
Gevaar van uitstromende benzine uit carburateur en tank.
˗
Controleren of op het net bewerkte oppervlak brand ontstaat.
˗
De machine nooit gebruiken in een omgeving met explosiegevaar.
˗
De machine altijd schoon en droog houden.
4.9
Normaal gebruik
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door licht ontvlambare stoffen
en hitte!
Stoffen die op een heet oppervlak treffen kunnen door vlamvorming
ernstige brandwonden aan het lichaam veroorzaken, bijvoorbeeld
heet of brandend materiaal zoals kolen, benzine.
Licht ontvlambare stoffen uit de buurt van de machine houden.
Niet over gemorste benzine of soortgelijke stoffen rijden.
1. Basisinstelling:
De machine op een vlakke ondergrond zetten
Brandstof bijvullen
Hoogte van borstel instellen
2. De machine inschakelen
Eventueel choke gebruiken
Bij warme motor de gashendel op MAX zetten
Aan startgreep trekken
3. Met de machine over de te bewerken ondergrond rijden
Hendel voor de borstelaandrijving bedienen
Regelmatig op de bewerkte ondergrond de veegkwaliteit
controleren en eventueel borstelhoogte aanpassen.
Om groeven en muurranden te bereiken de machine aan de
zijkant dalen en/of de zijklep openen.
Voor het openen van de zijklep altijd eerst de
borstelaandrijving afsluiten en de motor
uitschakelen.
4. De machine uitschakelen
Hendel voor veegaandrijving loszetten.
Gashendel op O zetten
De machine droog en schoon wegzetten.
Onkruidborstel
4.10
Staaldraden vervangen
Gebruik werkhandschoenen tijdens het werken met de
staaldraden!
De machine op een vlakke ondergrond zetten, uitschakelen en de
motor laten afkoelen. Daarna de zijklep omhoog brengen en
vastzetten. De machine aan de voorkant iets omhoog brengen (let
erop dat er geen benzine uitstroomt). De borgpen (2) van de
borstelas (1) verwijderen en de hele borstelplaat (3) van de
borstelas trekken.
De staaldraden zitten in een draadhouder (5) en zijn met een M8-
schroef (7) en zeskantmoer (6) vastgezet. Om de staaldraden te
vervangen, de zeskantmoer iets losdraaien en daarna de schroef
(7) iets losdraaien, de versleten staaldraad (4) verwijderen en
vervangen door een originele Cramer-staaldraad.
De nieuwe staaldraad met de pershulszijde
(A) in de draadhouder (5) duwen en de
schroef (7) weer vastdraaien. Vervolgens
met de zeskantmoer (6) tegenhouden.
-9