4
Bediening
Voordat u de machine in bedrijf neemt, leest u eerst de
veiligheidsinformatie op de pagina's 4 en 5 en Werkzaamheden
voorafgaande aan het gebruik op deze pagina. Voor aanvang van de
werkzaamheden met de onkruidborstel test u op een onopvallende plek
het effect van de staaldraden op de te bewerken ondergrond. Als er
schade of diepe krassen ontstaan, is de ondergrond niet geschikt voor
de bewerking en mag de machine hier niet worden gebruikt.
4.1
Veiligheid
Onbevoegd herinschakelen
Het is verboden om de machine in te schakelen als een andere
persoon aan de machine werkt.
Gevaren door niet aangebrachte veiligheidsvoorzieningen
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door ontbrekende
veiligheidsafdekkingen!
Zonder afdekkingen kan ernstig letsel door wegslingerende
materialen ontstaan.
Door in de borstel of de V-riem te grijpen kunnen
lichaamsdelen worden meegetrokken.
Tijdens het gebruik niet in de draaiende borstel grijpen.
Afdekkingen tijdens het gebruik niet openen of
verwijderen.
Gevaren door gebrek aan netheid en zuiverheid
De machine regelmatig reinigen.
De machine controleren op blokkerende voorwerpen.
Eisen aan de opstellingslocatie
De machine mag uitsluitend op een vlakke en stevige ondergrond
worden neergezet.
4.2
Brandstof bijvullen
Benzine alleen bijvullen bij uitgeschakelde en afgekoelde machine.
GEVAAR!
Explosiegevaar door licht ontvlambare
brandstof!
Stoffen die op een heet oppervlak treffen kunnen door
vlamvorming ernstige brandwonden aan het lichaam veroorzaken.
Tank uitsluitend bij uitgeschakelde motor.
Niet in gesloten ruimtes tanken.
Roken en open vuur in de buurt van de machine is verboden.
Geen brandstof op hete oppervlakken laten komen.
1. Motor uitschakelen
2. Tankdop openen
3. Met de in de technische gegevens aangegeven brandstof vullen.
4. Eventueel gemorste benzine wegvegen en tankdop sluiten.
4.3
Werkzaamheden voorafgaande aan het gebruik
Om uw veiligheid en een max. levensduur van de machine te
garanderen, de volgende punten controleren voordat u de machine
inschakelt:
Altijd de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing opvolgen.
Tekenen van beschadigingen opsporen en indien nodig verhelpen.
Controleren of de veiligheidsvoorzieningen zich in goede staat
bevinden. De machine mag niet zonder of met defecte
veiligheidsvoorzieningen worden gestart.
Brandstof bijvullen
Olieniveau in de motor controleren. Hierover leest u meer in de
bedieningshandleiding van de motor.
Obstakels op het te bewerken oppervlak verwijderen
Controleren of er vreemde voorwerpen in de borstels zitten.
Onkruidborstel
4.4
Werkzaamheden na het gebruik
Na het gebruik de machine uitschakelen. De machine schoon en droog
wegzetten. De toestand van de machine controleren, eventuele schade
aan de lak herstellen.
De machine kan op een effen oppervlak zonder de wielblokken worden
geparkeerd. De staaldraden voorkomen dat de machine weggerold. Op
een schuin oppervlak moet de machine tegen een wegrollen of
kantelen aan de wielen worden beveiligd.
4.5
Transport
Gevaar door hoog eigen gewicht
De machine mag wegens het gewicht niet met de hand worden
opgetild. De machine met de stuurbeugel op het transportvoertuig
trekken.
Transport zonder verpakking
De machine nooit met draaiende motor dragen of optillen.
De stuurbeugel kan voor het transport worden teruggeklapt. De
machine met spanbanden op het transport voor bevestigen.
4.6
Opslag
Door het opvolgen van de onderstaande aanbevelingen zorgt u ervoor
dat uw Cramer-machine nog lang blijft functioneren:
De machine niet buiten opslaan. De machine droog, vorstvrij en
beschermd tegen weersinvloeden opslaan.
In de buurt van de machine mogen zich geen agressieve materialen
bevinden.
De machine reinigen
De machine op slijtage controleren, lakschade herstellen.
Voor het onderhoud van de motor leest u de meegeleverde
bedieningshandleiding voor de motor.
4.7
In- en uitschakelen van de motor
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door giftig koolmonoxide in
uitlaatgassen!
De machine mag nooit in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes
waar zich mensen kunnen ophouden worden opgestart en gebruikt.
De machine uitsluitend buiten gesloten ruimtes gebruiken.
Inschakelen bij koude motor
1. Brandstofkraan openen
2. Gashendel op Choke zetten
3. Aan startgreep trekken
4. Motor kort laten draaien totdat deze een warme toestand heeft
bereikt
5. Gashendel op MAX zetten
Inschakelen bij warme motor
1. Brandstofkraan openen
2. Gashendel op MAX zetten
3. Aan startgreep trekken
Uitschakelen
1. Gashendel op O zetten
2. Brandstofkraan sluiten
Maatregelen in noodgevallen
1. De machine meteen uitschakelen
Herinschakelen naar een NOODSTOP
Benzinemotor
1. Eventuele blokkering verwijderen
2. Motor inschakelen
Aanwijzing: Bij een warme motor heeft de motor geen choke nodig om
te starten.
-8