worden verklaard en u riskeert uw persoonlijke veiligheid. Het apparaat mag niet als
afvalverbrander worden gebruikt.
4.1.6. Onderhoud
Jaarlijkse controle en onderhoud van het apparaat en het rookkanaal door een competente
monteur wordt aanbevolen.
4.1.7. Ventilatie
Voldoende ventilatie is ESSENTIEEL voor de veilige en efficiënte werking van een apparaat dat
vast brandstoffen of hout verbrandt. Er MOET in ventilatie worden voorzien, als dat noodzakelijk
is door de uitvoer van de kachel of als het rookkanaal de lucht niet voldoende afvoert. Houd alle
ventilatie, inclusief de directe aansluiting op de buitenlucht, indien gebruikt, vrij van
blokkeringen. Zie VENTILATIUE in het hoofdstuk INSTALLATIE-INFORMATIE.
4.2. Voorzorgsmaatregelen betreffende gezondheid en veiligheid
Er moet bij het installeren van deze kachel speciaal voor worden gezorgd dat aan alle
vereisten van de wet op Gezondheid en veiligheid op het werk wordt voldaan.
4.2.1. Hantering
Er moeten voldoende faciliteiten beschikbaar zijn om de kachel te lossen en op locatie te
hanteren. Kachels zijn zwaar, dus vraag altijd om hulp bij het optillen en plaatsen ervan. Zie de
Technische gegevens voor de gewichten.
4.2.2. Brandcement
Bepaalde soorten brandcement zijn bijtend en mogen niet in contact komen met de huid. Als er
wel contact met de huid plaatsvindt, wast u de huid onmiddellijk met veel water.
4.2.3. Asbest
Deze kachel bevat geen asbest. Als er een mogelijkheid bestaat dat er in de loop van de
installatie asbest wordt verstoord, vraagt u om gespecialiseerde begeleiding en gebruikt u
gepaste beschermingsuitrusting.
4.2.4. Metalen onderdelen
Tijdens het installeren of onderhouden van deze kachel moet er goed voor worden gezorgd dat
de mogelijkheid van persoonlijk letsel wordt vermeden. Letsel kan bijvoorbeeld worden
veroorzaakt door het gewicht van een onderdeel, scherpe onderdelen of beklemming en deze
risico's moeten worden geïdentificeerd en geminimaliseerd.
5.0
Installatie-informatie
5.1. Schoorsteen/rookkanaal
De hoogte van de schoorsteen en de positie van het uiteinde van de schoorsteen moeten
voldoen aan de bouwvoorschriften. De minimale schoorsteenhoogte is 4,5 meter en de
aanbevolen minimale diameter is 150 mm waar mogelijk voor een veiligheidsmarge en
prestaties. De schoorsteen moet voorafgaande aan de aansluiting op de kachel worden
geveegd. Controleer of de schoorsteen in goede staat is, droog en vrij van barsten en
blokkeringen. De diameter van het rookkanaal moet op alle punten niet kleiner zijn dan 125 mm
(diameter van de ring) en niet groter dan 200 mm. Als niet aan één van deze vereisten wordt
voldaan, moet de schoorsteen door een geschikte methode worden gevoerd. Bij het gebruik van
een voering/binnenplaat wordt een flexibele rookkanaalvoering van 5" (125 mm) toegestaan
voor deze kachels, mits de gebruiker alléén rookloze brandstoffen of gedroogde houtblokken
stookt en de luchtbegrenzer is aangebracht in volledige overeenstemming met de instructies
voor het stoken van hout. Een binnenplaat van 6 inch (150 mm) is altijd beter als het mogelijk is
om deze te gebruiken.
Als wordt vermoed dat de schoorsteen eerder als installatie voor een open haard is gebruikt, is
het mogelijk dat de hogere temperatuur van het gas in het rookkanaal dat uit de kachel wordt
afgevoerd, afzettingen losmaakt, die eerder stevig vast zaten, met het risico op een geblokkeerd
rookkanaal als gevolg. Het wordt daarom aanbevolen dat de schoorsteen een tweede keer
binnen een maand van regelmatig gebruik na de installatie wordt geveegd.
6
FX FP FQ FT Eco V3-assortiment Uitgave
04 10/20