dat noodzakelijk is om te zorgen dat de ingang naar het rookkanaal vrij is. De keerschotten
moeten van tijd tot tijd worden vervangen en zijn verbruiksartikelen die slijten.
Luchttoevoer: Het is essentieel dat u controleert of een eventueel geïnstalleerde
luchttoevoerventilator in de woning schoon en open is.
7.6
Brandstoffen
Er is een veelzijdig multi-brandstoffenrooster op het apparaat aangebracht en het apparaat is
getest en goedgekeurd voor het stoken van goed-gedroogde houtblokken (<20% vocht) of
Maxibrite rookloze briketten.
brandstoffen contact op met de fabrikant voor advies.
Opmerking: Waarschuwing! U mag geen petroleumcokes of huishoudafval in dit apparaat
stoken.
Mochten er moeilijkheden ontstaan voor wat betreft de kwaliteit of geschiktheid van
brandstoffen, dan vraagt u advies aan uw lokale goedgekeurde brandstoffenhandelaar.
7.7
Belangrijke informatie over het stoken van hout
Bij een volledige lading hout en wanneer nabij de nominale uitvoer van de kachel wordt
gestookt, moet het hout ongeveer om de 45 minuten tot 1,5 uur worden bijgevuld. Eén of twee
grote blokken gaan meestal langer mee en zijn schoner dan een aantal kleinere blokken. Hout
kan meestal hoger in de kachel worden opgestapeld dan vaste minerale brandstoffen, maar er
moet goed op worden gelet dat houtblokken niet in aanraking komen met het schot of het
glasvenster. Stapel houtblokken niet hoger op dan het niveau van de stenen binnenplaat van de
vlamkast aan de achterkant van de kachel.
Zorg voor extra schoon stoken altijd dat er na het bijvullen van hout vlammen boven het hout
zichtbaar zijn. Stoken zonder vlammen boven het hout creëert onnodige rook en een
slechte warmteuitvoer. Na het bijvullen van hout opent u de luchtspoelingsregeling
volledig naar de rechterkant gedurende 3 minuten of totdat de houtblokken helemaal
zwart zijn geworden om volledige vlammen boven het hout te bereiken.
Hout brandt goed op een aslaag. Het is daarom slechts af en toe noodzakelijk om het teveel aan
as te verwijderen.
Stook alléén goed-gedroogd hout dat is gekapt, gespleten en opgestapeld, onder afdekking
tegen de regen, gedurende minimaal 12 tot 24 maanden met vrije luchtbeweging rondom de
zijkanten van de stapel om te zorgen dat het uitdroogt. Het stoken van nat of niet-gedroogd hout
creëert teerafzetting in de kachel en schoorsteen en produceert geen goede warmte-uitvoer.
Hout dat niet goed is gedroogd ('droog' wordt beschouwd als een minder dan 20% intern
vochtgehalte) gebruikt veel energie in het verbrandingsproces om het water in het hout te
laten verdampen, waardoor er slechte omstandigheden voor verbranding ontstaan. De
hoofdoorzaak van problemen met stoken in houtkachels is hout dat te vochtig is. Hout kan er
aan de buitenkant droog uitzien, maar kan nog steeds 40-50% water aan de binnenkant
bevatten. U kunt een vochtmeter bij leveranciers van kachels en bijbehorende uitrusting kopen
als u wilt controleren of uw houtbron correct is. Splijt een houtblok en controleer naast de
buitenkant ook de binnenkant.
7.7.1 Hout bijvullen op een dunne brandlaag
Als er zich onvoldoende brandmateriaal op de brandlaag bevindt om te zorgen dat een nieuwe
houtlading gaat branden, kan er veel rook worden uitgestoten. Het bijvullen van hout moet
worden uitgevoerd op een voldoende hoeveelheid gloeiende stukjes hout en as, zodat de
nieuwe houtlading redelijk snel in brand vliegt. Als er te weinig gloeiende stukjes hout op de
brandlaag aanwezig zijn, voegt u zo nodig geschikte aanmaakhoutjes en -blokjes toe om
bovenmatige rook te voorkomen.
7.7.2 Brandstofoverbelasting
De maximale hoeveelheid brandstoffen die in deze handleiding wordt gespecificeerd, mag niet
worden overschreden, aangezien overbelasting rook kan veroorzaken. Vul nooit hout bij boven
Dat zijn de aanbevolen brandstoffen.
15
Neem voor andere
FX FP FQ FT Eco V3-assortiment Uitgave
04 10/20