NEDERLANDS
Gebruik de toetsen NEER en OP om de flash-snelheid (F-- op het scherm) aan te passen.
Druk nadat alle instellingen zijn gemaakt op de [ENTER]-knop om te bevestigen.
GELUIDMODUS
Wordt gebruikt om de automatische geluidsstand in te stellen, zodat de kleuren automatisch wijzigen
met het geluid van de muziek.
Druk op de toets [MENU] totdat er SU.. (SU gevolgd door 2 cijfers) op het scherm wordt weergegeven.
Gebruik de toetsen NEER en OP om de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon te wijzigen
(00 = minimale gevoeligheid, 99 = maximale gevoeligheid).
Druk ter bevestiging op [ENTER] u kunt nu de snelheid instellen voor de stroboscoopfunctie
Gebruik de toetsen NEER en OP om de flash-snelheid (F op het scherm) aan te passen.
Druk nadat alle instellingen zijn gemaakt op de [ENTER]-knop om te bevestigen.
AUTOMATISCHE MODI bij vaste snelheid:
Wordt gebruikt om de automatische chasemodus of fademodus in te stellen, zodat de kleuren
automatisch met een constante snelheid wijzigen.
Druk op de toets [MENU] totdat er PI.. (PI gevolgd door 2 cijfers) op het scherm wordt weergegeven.
Gebruik de toetsen NEER en OP om een van de automatische programma's te selecteren:
PI 00 en PI 01 = Modus automatisch Wijzigen kleur
PI 02 = Modus automatisch Faden kleur
Druk ter bevestiging op [ENTER] u kunt nu de snelheid voor de stroboscoopfunctie instellen. (F op het
scherm)
Gebruk de toetsen NEER en OP om de flitssnelheid te wijzigen (F- - 0 = langzaam, F- - 9 = snel).
Druk de toets [ENTER] om de invoer te bevestigen. U kunt nu de snelheid voor het automatisch volgen
(SP-0 t/m SP-9 op het scherm) in te stellen.
Druk op [ENTER] om dit te bevestigen.
AUTOMATISCHE ADRESSERING:
Activeer deze optie als u de automatische adresseermodus wilt gebruiken, bijvoorbeeld met de the
LEDCON-02 (de afstandsbediening stelt de adressen van de eenheden in).
Druk op de toets [MENU] totdat er [rAdd] op het scherm wordt weergegeven.
Gebruik de toetsen [DOWN] en [UP] om [on] (automatisch adresseren geactiveerd) of [OFF] (gedeactiveerd)
te selecteren
GEBRUIKSAANWIJZING
A. Stand-alone 1 apparaat:
Sluit gewoon de projector aan op het lichtnet.
Selecteer een van de automatische, geluids- of statische standen.
Lees de sectie HOE IN TE STELLEN voor meer informatie over deze instellingen.
B. Twee of meer apparaten in een master/slave-installatie:
Sluit alle apparaten op elkaar aan. Raadpleeg het hoofdstuk "elektrische installatie" om te leren hoe u
dit kunt doen.
Selecteer een van de automatische, geluids- of statische standen op de master (de eerste projector in
de DMX-keten).
Stel alle andere projectors in op SLAVE-modus
De projectors volgen nu de programmering van de master-projector en werken dus allemaal
gesynchroniseerd.
OPMERKING: u kunt de draadloze afstandsbediening gebruiken om de functies op de mastereenheid te
selecteren. De slaves volgen.
C. Wordt bediend door de draadloze afstandsbediening:
Als u de draadloze afstandsbediening wilt gebruiken, dient u deze optie in de projector in te
schakelen:
Druk op de toets [MENU] totdat er [rC..] (rC gevolgd door on of oF) op het scherm wordt weergegeven.
Gebruik de toetsen NEER en OP om de optie voor afstandsbediening in of uit te schakelen
(rCon = afstandsbediening ingeschakeld, rCoF = afstandsbediening uitgeschakeld).
Druk de toets [ENTER] om dit te bevestigen.
®
JB SYSTEMS
GEBRUIKSAANWIJZING
6/9
LED PLANO 7FC