NEDERLANDS
Gebruik bij het installeren van het apparaat altijd een gecertificeerde veiligheidskabel
die 12 keer het gewicht van het apparaat kan dragen. Deze secundaire
veiligheidsbevestiging dient op een zodanige wijze te worden geïnstalleerd dat er
geen enkel onderdeel van de installatie meer dan 20 cm kan vallen als de
hoofdbevestiging het begeeft.
Het apparaat dient goed te worden bevestigd; een vrij slingerende montage is
gevaarlijk en mag niet worden overwogen!
Bedek geen ventilatieopeningen, omdat dit tot oververhitting kan leiden.
De exploitant moet ervoor zorgen dat de aan veiligheid gerelateerde en machinetechnische installaties
door een deskundige zijn goedgekeurd voordat deze voor de eerste keer in gebruik worden genomen. De
installaties dienen jaarlijks door een vakman te worden geïnspecteerd, om er zeker van te zijn dat de
veiligheid nog steeds optimaal is.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Belangrijk: De elektrische installatie dient alleen door gekwalificeerd personeel te worden
uitgevoerd, in overeenstemming met de voorschriften voor elektrische en mechanische
veiligheid in uw land.
Elektrische installatie voor 1 stand-alone apparaat:
Sluit de voedingskabel aan. Het apparaat begint onmiddellijk te werken in de laatste geselecteerde modus.
Zie het hoofdstuk HOE IN TE STELLEN om te leren hoe er tussen de verschillende bedrijfsmodi kan
worden gewisseld.
Elektrische installatie voor twee of meer apparaten in master/slave:
Sluit meerdere apparaten op elkaar aan met hoogwaardige symmetrische microfoonkabels. Het toestel
waarbij geen kabel is aangesloten op de DMX-ingang is de "master", de andere zijn de slave-apparaten.
Zorg ervoor dat alle apparaten op het lichtnet zijn aangesloten.
Zie het hoofdstuk HOE IN TE STELLEN voor meer informatie.
Klaar!
Elektrische installatie voor twee of meer apparaten in de DMX-modus:
Het DMX-protocol is een veel gebruikt hogesnelheidssignaal om intelligente lichtapparatuur aan te
sturen. U moet uw DMX-controller en alle aangesloten apparaten met hoogwaardige symmetrische
kabels doorkoppelen.
Ter voorkoming van vreemd gedrag van de lichteffecten als gevolg van storingen,
dient er aan het eind van de keten een terminator van 90 Ω tot 120 Ω te worden
gebruikt. Gebruik nooit Y-verdeelkabels, dit werkt gewoon niet!
Zorg ervoor dat alle apparaten op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft het juiste startadres nodig, zodat het weet welke commando's van de
controller het moet decoderen. In de paragraaf "HOE IN TE STELLEN" leert u hoe de DMX-adressen
kunt instellen. Als u bijvoorbeeld de 4-kanaals DMX-stand gebruikt, kan een mogelijke adresinstelling als
volgt zijn: toestel1 = 001 ~ toestel2 = 005 ~ toesteld3 = 009 ~ toestel4 = 013 ~ enz.
®
JB SYSTEMS
GEBRUIKSAANWIJZING
4/9
LED PLANO 7FC