Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn
verhoogd�worden�om�een�foutieve�activering�te�vermijden
Activeer�nu�het�veld�teachvoorbeeld�in�de�software�Het�menu�schakelt�
automatisch�over�naar�het�stralenaanzicht
Als�de�hoogte�van�het�materiaal�lichtjes�verschilt,�kan�het�transport-
middel�tijdens�het�teachen�lichtjes�verhoogd�worden�om�een�foutieve�
activering�te�vermijden�Het�teachproces�wordt�beëindigd�als�het�veld�
Teach�met�de�muiswijzer�bediend�wordt�U�keert�terug�naar�het�hoofd-
menu�Muting
Wijziging van het gebied van het veiligheidsveld
Als�de�veiligheidshoogte�die�via�het�teachproces�geparametreerd�werd,�
veranderd�moet�worden,�moet�de�opgeslagen�gewist�en�opnieuw�gepa-
rametreerd�worden
Methode:
Activering�van�het�volledige�veiligheidsveld�(de�vorige�waarde�werd�
gewist)
Activering�van�het�teachvoorbeeld�(overschakeling�naar�stralenaan-
zicht)
Overname�van�de�nieuwe�waarde�(teachproces)�met�teach
Montage:
De�eerste�straal�(het�dichtst�bij�het�diagnosevenster)�mag�niet�
onderbroken�worden!�Dwz�kabelaansluiting�naar�onder�in�
acht�nemen
2.9.5 De gegevens opslaan
Na�de�nieuwe�configuratie�worden�de�gegevens�die�opgeslagen�moeten�
worden,�door�een�klik�op�de�knop�"Instellingen�opslaan"�voorbereid�
Om�onopzettelijk�opslaan�van�de�gegevens�te�vermijden�moet�iedere�
bewuste�opslagprocedure�door�een�bijkomende�knop
"Via deze knop binnen 10 seconden bevestigen"
binnen�een�periode�van�10�seconden�aangeklikt�worden
In�geval�van�een�tijdige�bevestiging�wordt�de�nieuwe�configuratie�aan�
het�veiligheidslichtgordijn�SLC�425I�overgedragen�Volgt�er�geen�be-
vestiging�binnen�het�tijdsvenster�dan�worden�de�instellingen�die�voor�de�
wijziging�opgeslagen�waren,�onveranderd�behouden
Na�de�gegevensoverdracht�verschijnt�de�volgende�bevestiging�Tege-
lijkertijd�wordt�u�gevraagd�de�configuratiegegevens�op�te�slaan�in�de�
vorm�van�een�tekstbestand
Dit�wordt�ten�zeerste�aanbevolen,�zodat�wijzigingen�van�de�configuratie�
op�een�later�tijdstip�nagebootst�kunnen�worden�Klik�met�de�muis�op�de�
knop�(Ja)�om�te�bevestigen
Nu�kunt�u�de�ingestelde�configuratie�op�uw�PC�of�laptop�opslaan
2.9.6 Mutingtoepassingen
Plaatsing van de Mutingsensoren
Mutinglamp
MS2
MS1
Materiaal
Band
Reflector
Reflektor
Mutingsensor
Muting Sensor
SLC�425I-E/R
SLC 425I-E/R
Vervoermiddel
Band
Materiaal
S3
S1�=�Afstand�tussen�de�binnenste�MS�tot�SF
S2�=�Afstand�tussen�twee�MS
S3�=�Lengte�van�het�materiaal
MS�1�=�Mutingsensor�1
MS�2�=�Mutingsensor�2
MS�3�=�Mutingsensor�3
MS�4�=�Mutingsensor�4
BWS�=�aanrakingvrij�werkende�beschermvoorziening
S�=�Zender;�E�=�Ontvanger
VB�=�Bandsnelheid�(m/s)
Minimumafstanden Mutingsensoren
Voor�de�evaluatie�van�de�signalen�(MS)�in�de�besturing�is�een�mini-
mumafstand�vereist�voor�de�mutingsensoren
De�minimale�signaallengte�tussen�de�sensoren�die�het�dichtst�bij�de�
SLC�425I�gemonteerd�zijn,�moet�minstens�50�ms�bedragen�Dit�stemt�
overeen�met�een�minimumafstand�van�100�mm�bij�een�bandsnelheid�
van�2,0�m/s
De�minimale�signaallengte�van�de�buitenste�sensoren�moet�groter�
zijn�dan�50�ms�De�signaallooptijd�tussen�de�mutingsensoren�mag�ten�
hoogste�3�seconden�bedragen�(afhankelijk�van�de�gekozen�instelling)
De�montageafstand�van�de�binnenste�sensoren�tot�het�veiligheidsveld�
van�de�SLC�425I�moet�zo�klein�mogelijk�gekozen�worden
De�sensoren�(zender/ontvanger)�van�de�SLC�425I�moeten�zo�dicht�
mogelijk�bij�het�getransporteerde�materiaal�bevestigd�worden�om�het�
ontstaan�van�gaten�te�vermijden�Zoniet�bestaat�het�gevaar�dat�perso-
nen�tijdens�de�mutingcyclus�tussen�het�materiaal�en�de�opstelling�van�
de�MS�in�de�gevarenzone�geraken
Bij�verschillende�materiaalbreedte�moet�de�opening�tussen�den�sen-
soren�(zender/ontvanger)�van�de�SLC�425I�en�het�materiaal�met�een�
bijkomende�afdekking�beveiligd�worden
NL
SLC 425I
MS3
MS4
MS1 MS2
MS3 MS4
S
E
S2 S1 S1 S2
9