Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Opstellen
De opstellocatie voor het nevelapparaat moet voldoen aan de
volgende voorwaarden:
• groot genoeg
• vaste, niet brandbare en niet warmtegevoelige ondergrond
• trillings- en schokvrij
• minimale afstand van 2 m tot brandbare of
warmtegevoelige voorwerpen
• voldoende toevoer van verse lucht
Aanwijzingen voor het gebruik met noodstroomaggregaten:
• De gebruikte noodstroomaggregaten moeten asynchroon
zijn, een nominaal vermogen van minimaal 4 kVA (230 V)
hebben en moeten zijn gecontroleerd op een probleemloze
werking.
• Voor het aansluiten van het nevelapparaat moet het
noodstroomaggregaat onbelast op bedrijfstemperatuur
worden gebracht (afhankelijk van het apparaat ca. 1 tot 2
min). Pas daarna is een storingsvrij bedrijf van het
nevelapparaat gewaarborgd.
Aanwijzingen voor het gebruik van verlengkabels:
• Kies voor een hoge kwaliteit van de kabel.
• De kabeldiameter moet minimaal 2,5 mm² zijn.
• Alle verlengkabels moeten volledig zijn afgewikkeld.
Houder uitklappen
Het uitklappen van de houder werkt in omgekeerde volgorde als
bij het inklappen van de houder (zie houder inklappen).
Neveltransportslang aansluiten
1. Verbind het ene uiteinde van de neveltransportslang met
de aansluitkoppeling op het apparaat.
2. Verbind het andere uiteinde van de neveltransportslang
met het te controleren object.
NL
Jerrycan aansluiten
A.
B.
Apparaat inschakelen
15
14
1. Controleer het vulpeil van de jerrycan en wissel deze
indien nodig (zie hoofdstuk jerrycan vervangen).
2. Draai de dop op de jerrycan een halve slag open om
vacuümvorming te voorkomen.
nevel- en rookgassimulator FS 200
9
13
12
11
10
1
8
7
Advertenties
Inhoudsopgave
