• Tweede loc (adres 2) selecteren:
Opmerking: De eerste loc (loc 1) rijdt in de laatste instelling als "afstandsloc" verder,
wanneer u deze niet gestopt heeft.
dan
LED 2:●●○●●●○●●●○● knippert: Loc 2 is onder handbereik.
LED 1: ○○●○○○●○○○●○ knippert: Loc 1 rijdt met de laatste instelling verder.
• Tweede loc (adres 1) rijden: regelaar voor- of achteruit draaien.
LED 2:●●●●●●●●●●●●● loc nr. 2 rijdt.
LED 1: ○○●○○○●○○○●○ knippert: Loc 1 rijdt met de laatste instelling verder.
Voor elke andere loc voert u in principe alle handelingen uit zoals bij de tweede loc, de
LED's van de eerder in gebruik genomen locs knipperen dan en geven de laatste instellingen
aan die voor de locwissel in gebruik zijn genomen (zgn. "afstandslocs").
3.6 Noodstop en totale noodstop
3.6.1. Noodstop van een loc (bijvoorbeeld adres 3) onder handbereik
Regelaar 1x kort indrukken
LED 3: ●●○●●●○●●●○● knippert, loc staat stil.
LED 1,2,4: ●○○○●○○○●○ knipperen, locs rijden verder; of:
LED 1,2,4: ○○○○○○○○○○○ LEDS zijn uit, locs staan stil.
De noodstop heft u op door weer aan de rode draaiknop te draaien.
3.6.2 Totale noodstop (adres 3 onder handbereik)
Regelaar 2x kort indrukken, de stroom wordt van de rails geschakeld.
LED 3: ●●○●●●○●●●○● LED 3 knippert, loc staat stil.
LED 1,2,4: ●○●○●○●○●○ LED 1,2,4 knipperen, locs staan stil.
De totale-noodstop heft u op door weer aan de rode draaien.
LED 3: ●●○●●●●●●● LED 3 knippert, loc staat stil
LED 1,2,4: ○○○○○○○○○○ LED's zijn uit. Locs staan stil. Opnieuw instellen is noodzakelijk.
Handleiding NL LOK-BOSS
Editie 2
tot adres 2, adres 2 is gekozen dan rode draaiknop loslaten.
9