Voordat u kunt afdrukken in de modus GL/2
U moet wellicht de volgende afdrukopties wijzigen in de
toepassing, afhankelijk van de gewenste uitvoer. Controleer
of deze instellingen overeenkomen met de gegevens die u
wilt afdrukken.
Afdrukopties
Papierformaat
Driver (plotterselectie)
Penconfiguratie
Plotoorsprong
Oriëntatie
Als u de printerinstellingen moet configureren, gaat u naar
de emulatiemodus GL/2 en wijzigt u de instellingen met de
printerdriver of de menu's van het bedieningspaneel.
Opmerking:
Instellingen of gegevens die in het RAM-geheugen van de printer zijn
opgeslagen (zoals gedownloade lettertypen), worden wellicht verwijderd
wanneer u de emulatiemodus wijzigt.
GL-mode
Hier wordt aangegeven of de printer een rechtstreekse emulatie
van de GL/2-plottertaal gebruikt of de HP LaserJet 4-emulatie
van GL/2.
Schalen
Hier wordt aangegeven of de uitvoer van de software geschaald
is. De schaalfactor is gebaseerd op het opgegeven papierformaat
in de toepassing.
Instellingen
De instelling voor papierformaat van de printer.
HP-GL/2 of HP-GL
Pendikte
Midden of Hoek
Bij ! is alleen een liggende afdrukstand
mogelijk
Bij " # kunt u de liggende en staande
afdrukstand gebruiken
Functies van het bedieningspaneel
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
201