in hoofdstuk 6.3 Fabrieksinstelling van de schakelwaarden aangegeven
schakelwaarden toestaat, en een zuigleiding voor de lekdetector die loopt tot de
bodem van het reservoir.
- Enkelwandige tanks van cilindrische, rechthoekige of bolvormige constructie in
metalen of niet-metalen materialen, met een goedgekeurde lekbeschermende
bekleding en met algemene bouwkundige goedkeuring of in afzonderlijke
gevallen met een verklaring van het testcentrum voor lekdetectoren van TÜV
NORD of met een geschiktheidsverklaring van de bevoegde waterautoriteit, die
de aansluiting van een vacuümlekdetector met de in hoofdstuk 6.3
Fabrieksinstelling van de schakelwaarden aangegeven schakelwaarden
toestaat, en een zuigleiding voor de lekdetector die loopt tot de bodem van het
reservoir.
NALEVEN
► Beperkingen met betrekking tot de maximale tankhoogte of -
diameter moeten in elk afzonderlijk geval in overleg met de
fabrikant worden vastgesteld, rekening houdend met de
maximale dichtheid van de opslagvloeistoffen volgens nr.
7.3.2 van DIN EN 13160-2:2003.
7.4 Opslagvloeistoffen die door de lekdetector kunnen
worden gecontroleerd
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor bewaking overeenkomstig
hoofdstuk 5.2Beoogd gebruik.
Gevaar door licht ontvlambare of uiterst ontvlambare
opslagvloeistoffen.
Indien licht ontvlambare of uiterst ontvlambare
opslagvloeistoffen met dit apparaat worden bewaakt, kan er
gevaar voor mens en milieu ontstaan door ontsteking.
► Bewaak geen vloeistoffen die gevaarlijk zijn voor water als
het vlampunt van de opgeslagen te bewaken vloeistof < 60°C
is en er explosieve damp/lucht-mengsels kunnen worden
gevormd.
► Neem het gegevensblad van de te controleren
opslagvloeistof in acht.
-
Max. toelaatbare mediumtemperaturen zie hoofdstuk 6.2 Technische
gegevens.
29-06-2018 dpae
Lekdetector IVF R34
GEVAAR
- 12 -
17000612 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG IVF R34 NL.docx