Download Print deze pagina

EIJKELKAMP 14.04.05 Gebruiksaanwijzing pagina 3

Quick draw tensiometer

Advertenties

3.2
De tensiometer inbrengen
Voordat de tensiometer uit de beschermkoker genomen kan worden, draai de stelknop helemaal in en daarna
een halve slag open. Hierdoor staat de tensiometer goed afgesteld. (Zie fig. 16) Druk de tensiometer nu in het
boorgat. Het boorgat loopt iets taps toe. De tensiometer kan zonder veel weerstand het boorgat ingeduwd
worden totdat de versmalling bereikt wordt. Druk de tensiometer echter stevig in het boorgat om goed contact
tussen de keramische cup en de aarde te krijgen.
Indien de tensiometer bewaard wordt in een zeer warme omgeving, laat de tensiometer dan 2
of 3 minuten acclimatiseren in het boorgat. Boor een nieuw gat en voer hier de meting op uit.
Indien de bodem verzadigd is met water zal de waarde die de druksensor aangeeft 0 blijven. In overige situaties
zal de waarde stijgen. Nadat de tensiometer is ingebracht, wacht 1 minuut voor de druksensor af te lezen.Draai
de stelknop uit zodat de druksensor 1½ keer de waarde aangeeft die na 1 minuut wachten is afgelezen. Bekijk
de waarde die de druksensor aangeeft opnieuw na 15-30 seconden. Indien de waarde hoger is dan de waarde
die ingesteld is, verhoog de instelling m.b.v. de stelknop met 10 centibars. Indien de waarde lager is dan de
waarde die ingesteld is, dan ligt de correcte waarde ergens tussen deze ingestelde waarde en de waarde die de
keer daarvoor is ingesteld. Indien de waarde aangegeven door de druksensor hetzelfde is als de ingestelde
waarde, dan is de werkelijke zuigspanning bereikt. (Zie onderstaand voorbeeld)
Stap Wachttijd Ingestelde waarde
1
1 min
½ slag instelknop
2
15-30 sec 30 centibars
3
15-30 sec 40 centibars
4
1 min sec
35 centibars
5
1 min sec
37,5 centibars
Door ervaring in het gebruik van de tensiometer zult U snel de werkelijke waarde kunnen schatten a.d.h.v. de
snelheid van de verandering van de druksensor. Beperk het gebruik van de stelknop om veranderingen van de
bodem te voorkomen. Verwijder de aan de tensiometer aanhechtende aarde. Plaats de tensiometer meteen
terug in de beschermkoker.
Beperk de tijd dat de tensiometer in de grond zit indien de zuigspanning de maximale zuig-
!
spanning overschreidt.
Zuigspanningwaarden kunnen aanzienlijk variëren binnen een bepaald gebied i.v.m. wortelactiviteit, drainage en
een onbeschutte ligging.
4
Toepassingen
De tensiometer kan op verschillende plaatsen en voor verschillende toepassingen worden gebruikt. Hierbij de
volgende opmerkingen:
Bij potplanten kan de tensiometer meestal direct, dus zonder voorboren, gemeten worden.
Bij gebruik op grote hoogte kan het zijn dat de tensiometer opnieuw afgesteld moet worden. Zie hiervoor
de figuur met begeleidende engelse tekst op pagina 14.
5
Resultaten
Bodemsoort
Zuigspanning (centibars)
0
Gemiddeld
20 – 60
gestructureerd
Zand
10 – 30
Zware klei
70 – 80
Zand / zandleem
80
Algemeen
10 - 40-50
Bij zand met een extreem gelimiteerde watercapaciteit wordt begonnen met irrigatie bij lagere zuigspanningen,
van ongeveer 15-20 centribars.
Afgelezen waarde
Actie
20 centibars
Instellen op 1½ 20 =30 centibars
32 centibars
Instellen op 30 +10 =40 centibars
38 centibars
Instellen opwaarde tussen 30 en 40 =35
37 centibars
Instellen opwaarde tussen 35 en 40 =37,5
37,5 centibars
Meting voltooid
Gevolg
Alle poriën gevuld met water,
schadelijk voor plantengroei
Goede luchtdoorlatendheid en
vochtstroming
Optimum range
Maximum range
Watervoorziening is beperkend
Optimale gewasproductie
3

Advertenties

loading