iVector S2
Installatiehandleiding
Storingen en probleemoplossing
NL
3.1 Problemen oplossen
Bij een waterlek of storing moet u de
stroomtoevoer onmiddellijk onderbreken en de
systeemventielen naar de eenheid sluiten.
Neem contact op met een gekwalificeerde
onderhoudstechnicus als een van de volgende
fouten optreedt. NIET zelf ingrijpen.
3.2 Foutopsporingsgids
Deze werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur of een gespecialiseerd servicecentrum.
Een vertraagde opstart van de ventilator na
een ingestelde temperatuurverandering of
functiewijziging.
De ventilator werkt niet.
De ventilator wordt niet geactiveerd, zelfs
niet als er warm of koud water in het
hydraulische circuit zit.
Het toestel lekt water tijdens de
verwarmingsfunctie.
Op het voorpaneel vormt zich condens.
Er zitten druppels water op het
luchtuitlaatrooster.
Het toestel lekt alleen water tijdens de
koelfunctie.
Het toestel maakt een vreemd geluid.
18
iVector S2 • 2021-11-01
EFFECT
De ventielen van het toestel hebben tijd
nodig om te openen, waardoor het warm of
koud water tijd nodig heeft om in het toestel
te circuleren.
Geen warm of koud water in het systeem.
Het hydraulische ventiel blijftgesloten.
De ventilatormotor is geblokkeerd of
doorgebrand.
De microschakelaar die de ventilator stopt
wanneer het filterrooster wordt geopend,
sluit niet correct.
De elektrische aansluitingen zijn niet
correct.
Lekken in de hydraulische aansluitingen van
het systeem.
Lekken in de ventieleenheid.
Voorpaneel (isolatie) beschadigd of
losgemaakt.
In situaties met een hoge luchtvochtigheid
(>60%) kan condensatie optreden, vooral bij
de lage ventilatorsnelheden.
De condensbak is geblokkeerd.
De condensafvoer hoeft niet schuin te staan
voor een correcte afvoer.
De aansluitleidingen en de ventieleenheid
zijn niet goed geïsoleerd.
De ventilator bevuilt aangrenzende
onderdelen.
De ventilator is uit balans.
Controleer of de filters verstopt zijn en reinig
ze indien nodig.
• de ventilator wordt niet geactiveerd, zelfs niet als er
warm of koud water in het hydraulische circuit zit.
• het toestel lekt water tijdens de verwarmingsfunctie.
• het toestel lekt alleen water tijdens de koelfunctie.
• het toestel maakt overmatig lawaai.
• condensvorming op het voorpaneel.
OORZAAK
Wacht 2 tot 3 minuten totdat de ventielen
van de eenheid opengaan.
Controleer of de warmte/koelgenerator
correct werkt.
Verwijder de ventielaandrijving en
controleer of de watercirculatie is hersteld.
Controleer de ventielaandrijving door
deze via een afzonderlijke 230 V-bron van
stroom te voorzien. Als deze functie wordt
geactiveerd, controleert u de elektronische
bediening.
Vervang de motor.
Controleer of het rooster correct is
gemonteerd en of het contact van de
microschakelaar is geactiveerd.
Controleer de elektrische aansluitingen.
Controleer het lek en draai de aansluitingen
goed vast.
Controleer de staat van de pakkingen.
Controleer de juiste plaatsing van de
thermo-akoestische isolatie, waarbij u
op de isolatie aan de voorkant boven de
warmtewisselaar let.
Zodra de luchtvochtigheid begint te dalen,
verdwijnt dit. De aanwezigheid van enkele
druppels water in het toestel wijst in geen
geval op een storing.
Giet langzaam een fles water leeg in het
lage deel van de warmtewisselaar om de
afvoer te controleren; reinig indien nodig de
bak en/of vergroot de hellingshoek van de
afvoerleiding.
Controleer de isolatie van de leidingen.
Controleer of de filters verstopt zijn en reinig
ze indien nodig.
Een niet-gebalanceerde ventilator kan
overmatige trillingen in de unit veroorzaken;
vervang de ventilator.
Reinig de filters.
OPLOSSING