Scangebied
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen binnen de door u
gebruikte toepassing. Hieronder wordt
getoond welke gebieden van het papier u niet
kunt scannen.
3
1
Gebruik Documentformaat
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
Faxen
Letter
3 mm
A4
3 mm
Kopiëren Letter
3 mm
A4
3 mm
Scannen
Letter
3 mm
A4
3 mm
2
4
2
Links (3)
Rechts (4)
4 mm
1 mm
3 mm
3 mm
3 mm
0 mm
Documenten en papier laden
Toegestane
papiersoorten en
andere
afdrukmaterialen
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de
instellingen die u hebt gekozen, moet u de
papiersoort altijd instellen op het soort papier
dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen voordat u een grote
hoeveelheid aanschaft.
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend
Brother-papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend
papier, moet u op het tabblad 'Normaal'
van het printerstuurprogramma of bij de
menuoptie Papiersoort altijd het juiste
type papier selecteren. (Zie Type
papier op pagina 17.)
Wanneer u op fotopapier van Brother
afdrukt, plaatst u eerst het instructieblad
dat met het fotopapier wordt geleverd in
de papierlade en plaatst u vervolgens het
fotopapier op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, moet u elk vel onmiddellijk uit de
uitvoerlade verwijderen om te voorkomen
dat de vellen vlekken of dat er papier vast
komt te zitten.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
2
2
7