•
Oriëntatie – wordt gebruikt voor het selecteren van de
afdrukrichting van de informatie op de pagina. Staand
wordt gebruikt voor het afdrukken over de breedte van de
pagina, in briefstijl. Liggend wordt gebruikt om af te
drukken over de lengte van de pagina, in spreadsheet-stijl.
•
Gesorteerd afdrukken – wordt gebruikt voor het afdrukken
in omgekeerde volgorde (de laatste pagina eerst).
•
Aantal – wordt gebruikt voor het selecteren van het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken.
De tab Kleuren bevat de volgende opties:
•
Automatisch – selecteer deze optie zodat de ColorSmart II-
technologie de beste afdrukkwaliteit en intensiteits-
instellingen biedt voor ieder apart gedeelte op de
afgedrukte pagina. Dit is de aanbevolen instelling voor alle
documenten.
•
Handmatig – wordt gebruikt voor het zelf instellen van de
intensiteitsinstellingen voor het hele document.
•
Afdrukken in grijsschaal – wordt gebruikt voor het
afdrukken van kleurendocumenten in grijstinten voor
betere resultaten tijdens fotokopiëren.
De tab Service bevat de volgende opties:
•
Printkoppen uitlijnen – de printkoppen worden door de
HP 2000C printer automatisch uitgelijnd voor de constant
beste afdrukkwaliteit. Gebruik deze optie alleen wanneer dit
door een van de probleemoplossingsprocedures wordt
aanbevolen.
•
Printkoppen reinigen – selecteer deze optie wanneer de
afdrukkwaliteit merkbaar achteruit gaat of wanneer dit in
de probleemoplossing wordt aangeraden.
•
Testpagina afdrukken – selecteer deze optie om te
controleren of de printer naar behoren werkt en of de
printerverbinding aan de minimumeisen voldoet.
•
Printercommunicatie testen – selecteer deze optie om de
status van de communicatie te testen tussen de printer en
de computer.
•
Kleuren kalibreren – wordt gebruikt voor het balanceren
van de afgedrukte kleurtinten. Gebruik deze procedure
alleen wanneer dit door een specifieke probleemoplos-
singsprocedure wordt aanbevolen.
De printerdriver-software gebruiken
Deel 1
Afdrukinstellingen veranderen
Grondbeginselen van het afdrukken
15