Probleem
De batterijen worden
De contactpunten van de batterij zijn
niet opgeladen met
niet schoon.
een los verkrijgbare
De levensduur van de batterijen is
batterijoplader.
voorbij.
De opnamen zijn
De camera is bewogen tijdens het
vaag of onscherp.
maken van de opname.
De functie Autofocus functioneert niet
goed wegens een obstakel voor het
AF-hulplicht.
Het AF-hulplicht is ingesteld op [Uit].
Het onderwerp bevindt zich buiten
het focusbereik van de camera.
Het is lastig om scherp te stellen op
het onderwerp.
Oorzaak
Oplossing
Maak de contactpunten van de batterij schoon met
een droge doek voordat u de batterij oplaadt.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Zorg dat de camera niet wordt bewogen tijdens het
fotograferen.
Let erop dat u de lichtbron niet blokkeert met uw
vinger of een ander object.
Zet de instelling voor het [AF-hulplicht]
op [Aan] (p. 65).
Zorg dat de afstand tussen cameralens en onder-
werp ten minste 47 cm bedraagt.
Als u onderwerpen wilt fotograferen die zich binnen
een afstand van 5 tot 47 cm (groothoekbereik) of 30
tot 47 cm (telelensbereik) van de lenstip bevinden,
moet u de macromodus gebruiken.
Wanneer het onderwerp zich op grote afstand van
de camera bevindt, moet u de camera instellen op
de modus Oneindig.
Zet de focus vast (zie De focus vastzetten (p. 73)).
Problemen oplossen
117