Problemen oplossen
Probleem
De camera
De camera is uitgeschakeld.
werkt niet.
De batterijhouder/SD-kaartsleuf is open.
De batterijen zijn verkeerd geplaatst.
De batterijen zijn leeg.
U gebruikt het verkeerde type batterij.
De batterijen maken geen goed contact
met de camera.
De camera maakt
De camera staat in de weergavemodus.
geen opnamen.
De flitser wordt opgeladen.
114
Oorzaak
Oplossing
Schakel de camera in.
(Zie De camera in- en uitschakelen (p. 23).)
Zorg dat het klepje goed dichtzit.
Plaats de batterijen in de juiste richting.
Vervang de oude batterijen door twee nieuwe
alkalinebatterijen (AA-formaat) of volledig opgeladen
Canon NiMH-batterijen (AA-formaat).
Gebruik de netvoeding in uw huis.
Gebruik alleen nieuwe alkalinebatterijen (AA-
formaat) of Canon NiMH-batterijen (AA-formaat).
(Informatie over alkalinebatterijen vindt u bij
Juiste behandeling van de batterijen (p. 17).)
Maak de contactpunten van de batterij schoon met
een droge doek.
Haal de batterijen enkele malen uit de camera en
plaats ze weer terug.
Schakel de opnamemodus in.
Wacht tot de flitser is opgeladen. U kunt de
sluiterknop indrukken wanneer het bovenste
lampje oranje blijft branden.