Overzicht van instellingen voor fotocamera
Normaal
Camera aan voorzijde
Selecteer de camera aan de voorzijde als u zelfportretfoto wilt maken.
Foto-effect
Effecten toepassen op foto's.
Opnameselectie
Gebruik een voorgeprogrammeerd type scène om de camera snel in te stellen op algemene situaties.
Veegpanorama
Gebruik deze instelling om breedbeeld panoramafoto's te maken. Druk op de cameratoets en beweeg
de camera gelijkmatig van de ene zijde naar de andere.
Resolutie
Kies uit verschillende resoluties en hoogte-breedteverhoudingen voordat u een foto
maakt. Voor een foto met een hogere resolutie is meer geheugen vereist.
3264×2448(4:3)
Resolutie van 8 megapixels met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
2560×1920(4:3)
Resolutie van 5 megapixels met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
2048×1536(4:3)
Resolutie van 3 megapixels met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
2560×1440(16:9)
Resolutie van 3 megapixels met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op
breedbeeldschermen wilt weergeven.
1600×1200(4:3)
Resolutie van 2 megapixels met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen.
1280×960(4:3)
Resolutie van 1 megapixel met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
1280×720(16:9)
Resolutie van 1 megapixel met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op
breedbeeldschermen wilt weergeven.
640×480(4:3)
VGA-indeling met hoogte-breedteverhouding 4:3.
Beauty mode
Gebruik deze instelling om de huid lichter of egaler te maken direct nadat u een foto hebt
gemaakt.
Flitser
Gebruik de flitser om foto's te maken bij omstandigheden met slecht licht of bij
tegenlicht.
Automatisch
De camera bepaalt automatisch of de lichtomstandigheden het gebruik van een flitser nodig maken.
Opvulflits
Gebruik deze instelling als de achtergrond helderder is dan het onderwerp. Hiermee worden ongewenste
donkere schaduwen verwijderd.
Uit
De flitser is uitgeschakeld. Soms kan de kwaliteit van een foto beter zijn zonder het gebruik van de flitser,
zelfs onder omstandigheden met slecht licht. Als u een goede foto wilt maken zonder de flitser te
gebruiken, hebt u een vaste hand nodig. Gebruik de zelfontspanner om wazige foto's te voorkomen.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
71