Namen toegangspunten (APNs)
Een APN wordt gebruikt voor het opzetten van een gegevensverbinding tussen uw
apparaat en internet. De APN definieert welk type IP-adres te gebruiken, welke
beveiligingsmethodes aan te roepen, en welke fixed-end verbindingen te gebruiken. De
APN controleren is handig als u geen toegang kunt krijgen tot internet, geen
gegevensverbinding hebt, of geen MMS-berichten kunt verzenden of ontvangen.
De huidige APN weergeven
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer... > Mobiele netwerken.
3
Tik op SIM-kaart selecteren, selecteer vervolgens de SIM-kaart voor welke u de
APN wilt controleren.
4
Tik op Namen toegangspunten.
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding
aangegeven met een geselecteerd keuzerondje.
Handmatig internetinstellingen toevoegen
1
Sleep de statusbalk omlaag en tik vervolgens op
2
Tik op Meer... > Mobiele netwerken.
3
Tik op SIM-kaart selecteren en selecteer dan de SIM-kaart waarvoor u de APN-
instellingen wilt configureren.
4
Tik op Namen toegangspunten en vervolgens op .
5
Tik op Nieuwe APN en vervolgens op Naam en vul de naam in voor het
netwerkprofiel dat u wilt aanmaken.
6
Tik op APN en vul de naam van het toegangspunt in.
7
Vul alle overige informatie in die vereist is door uw netwerkprovider.
8
Als u klaar bent, tikt u op , en vervolgens op Opslaan.
Gegevensgebruik beheren
U kunt de hoeveelheid gegevens die van en naar uw apparaat wordt overgebracht,
gedurende een bepaalde periode bijhouden via uw mobiele gegevensverbinding of Wi-
Fi®-verbinding. U kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid gegevens weergeven die door
individuele applicaties wordt gebruikt. Voor gegevens die via uw mobiele
gegevensverbinding wordt overgebracht, kunt u ook waarschuwingen en beperkingen
instellen om extra kosten te voorkomen.
Door de instellingen voor gegevensgebruik aan te passen, kunt u meer controle krijgen over
het gegevensgebruik. Dit garandeert echter niet dat u geen extra kosten zult oplopen.
Toegang tot instellingen voor gegevensgebruik
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
3
Selecteer de simkaart waarvoor u de instellingen voor gegevensgebruik wilt
wijzigen.
Dataverkeer in- of uitschakelen
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
Selecteer een SIM-kaart als u een gegevensnetwerkverbinding wilt inschakelen.
3
4
Tik op de aan-/uitschakelaar naast Mobiel dataverkeer om het dataverkeer in of
uit te schakelen.
U kunt dataverkeer ook in- of uitschakelen door het selectievakje Mobiel dataverkeer onder
Instellingen > Meer... > Mobiele netwerken te selecteren of deselecteren.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
.
.
.
36