Inhoudsopgave
Advertenties
PLENA matrix
1.
2.
3.
4.
5.
Bericht!
i
Als u "Write configuration to device" (Configuratie naar apparaat schrijven) hebt geselecteerd.
Alle bestaande instellingen op het apparaat worden gewist en overschreven.
Deze bewerking kan niet ongedaan worden gemaakt.
6.
7.
8.
Bosch Security Systems B.V.
Installeer de GUI-software voor de PC. Raadpleeg Installatie van GUI-applicatiesoftware
voor de PC, pagina 17 voor meer informatie.
Open de GUI-softwareprogramma voor de PC.
De GUI-software voor de versterker wordt geopend en het gebruikersscherm wordt
weergegeven:
–
De versterker kan ook offline worden geconfigureerd zonder verbinding met een
DSP-matrix mixer. De configuratie kan dan later worden geüpload naar de DSP-
matrix mixer (optioneel).
Om verbinding te maken met de hardware moet een Ethernet-kabel zijn aangesloten
tussen de PC en de netwerkpoort van de versterker.
Verbinding maken met de unit via de GUI van de PC:
–
Klik in de taakbalk op "Device" (Apparaat) en dan op "Connect" (Verbinden). Het
venster "Connect to target" (Verbinden met doel) wordt geopend.
Opmerking: als "Connect" (Verbinden) grijs wordt weergegeven. Voer het
wachtwoord in van de beheerder/hardware in het menu Admin (Beheerder) of neem
contact op met installatie-ondersteuning.
–
Klik op "Search/Refresh" (Zoeken/Vernieuwen) om de actieve units weer te geven
die op het netwerk zijn aangesloten. Selecteer de unit die u wilt regelen. Klik op de
gewenste richting van de datastroom tijdens de verbinding: "Read configuration
from device" (Configuratie van apparaat lezen) of "Write configuration to
device" (Configuratie naar apparaat schrijven).
Read configuration from device (Configuratie van apparaat lezen): de instellingen
worden gelezen of opgehaald van de geselecteerde unit en worden weergegeven op
de GUI op uw PC. U kunt het systeem vervolgens regelen.
Write configuration to device (Configuratie naar apparaat schrijven): de configuratie
op de GUI op uw PC wordt naar de unit gezonden.
Opmerking: alle bestaande instellingen in het apparaat worden overschreven.
–
U bent nu online. Het groene "Online"-lampje in het GUI-scherm moet branden.
Gegevens van de unit wijzigen:
–
Om de unit te wijzigen van een DHCP- in een statische IP-configuratie volgt u
bovenstaande procedure om het venster "Connect to target" (Verbinden met doel) te
openen. Nadat de unit is geselecteerd, kunt u het volgende wijzigen:
–
DHCP aan/uit zetten.
–
Statisch IP-adres instellen.
–
Apparaatnaam wijzigen voor een snelle herkenning in grote systemen.
De GUI moet nu zijn verbonden en online zijn in de "User page" (Gebruikerspagina) waar
ingangen kunnen worden gemengd in verschillende zones.
Ga voor toegang tot de DSP-configuratiepagina naar "Config" (Configuratie) in de
menubalk en selecteer "DSP setup" (DSP instellen).
Bedieningshandleiding
Programmering | nl
31
2020-12 | V1.1 |
Advertenties
Inhoudsopgave
