FS 700 K
Elektrostatische oplading van afzuigslangen
Indirect contact bij foutstromen
2.7.2
Instellen en bedrijfsklaar maken, bedienen
Ondeskundige instel- en ombouwwerkzaamheden
Gedeactiveerde of defecte beveiligingen
Grote of kleine werkstukken
Brandgevaar en elektrische schokken door ongeaarde of afzuigslangen van inferi-
eure kwaliteit.
●
Bij aansluiting van machines dient algemeen op een doorgaande elektrosta-
tische aarding gelet te worden.
●
Gebruik uitsluitend door de fabrikant goedgekeurde afzuigslangen.
Dodelijke stroomschokken
●
Toevoerleiding van de machine met een aardlekschakelaar uitrusten.
Ernstig persoonlijk letsel en materiële schade.
●
Instel- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door geautoriseerd, geïn-
strueerd en met de werkwijze van de machine vertrouwd personeel, conform
alle veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd.
●
Voor het begin van de werkzaamheden moet de machine worden uitgescha-
keld en tegen opnieuw inschakelen worden beveiligd.
●
Instel- en inrichtingswerkzaamheden en gereedschapswissel alleen uitvoeren
bij stilstaande machine.
●
Controleer de machine voor aanvang van de werkzaamheden op volledig-
heid en technisch goede staat.
●
Zorg voor voldoende bewegingsruimte.
●
Op orde en netheid in de werkplaats letten. Losse of rondslingerende com-
ponenten en gereedschappen veroorzaken zijn bronnen van ongeval.
●
Beveiligingen volgens de voorschriften installeren en op werking controleren.
Ernstige verwondingen
●
De voor de bewerking vereiste beveiligingen moeten in een goede bedrijfs-
toestand zijn en goed onderhouden worden. Controleer alle vereiste beveili-
gingen op goede bedrijfstoestand.
●
Beveiligingen en beschermingsinrichtingen tijdens het gebruik niet uitscha-
kelen, omzeilen of onklaar maken.
Ernstige verwondingen
●
Zorg voor voldoende bewegingsruimte.
Dwanggeleide werkstukken kunnen tijdens het bewerken een risico zijn.
Houd voldoende afstand t.o.v. muren, machine en vaste vaste voorwerpen.
●
Ondersteun lange werkstukken met ondersteuningsopties (bijv. tafelverleng-
stukken, rolbokken).
●
Gebruik hulpmiddelen voor het bewerken van korte en smalle werkstukken
(b.v. schuifgreep, schuifblok, opspanlade).
●
Alleen werkstukken bewerken die veilig opgelegd en geleid kunnen worden
Veiligheidsinstructies
15