• Het ophangen van de riem moet steeds aan één
paar haken (1 of 2) plaatsvinden, opdat de last
gelijkmatig verdeeld wordt.
Voor de individuele toepassingsgebieden
zijn
verschillende
verkrijgbaar.
17 Productgegevens
• Wijzigingen door toedoen van technische verdere
ontwikkelingen ten opzichte van de in deze
bedieningshandleiding weergegeven uitvoering
behouden wij ons voor. Zie 20.
Gebied
1.
Gebruikersgewicht
2.
Productgewicht*
3.
Totaal gewicht*
4.
Plaatsbehoefte
5.
Hefcycli
6.
Hefeenheid
7.
Veiligheidsklasse
8.
Geluidsniveau
9.
Inschakelduur
10
Aandrijfsnelheid
11.
Besturingseenheid
Lineaire
12.
aandrijving
13.
Handschakelaar
14.
Accu-eenheid
Veiligheid
15.
*Zonder toebehoren.
Naargelang het gebruiksdoel zijn er verschillende
riemsystemen die door REBOTEC aangeboden
worden. Als gebruikshulp voor de riemsystemen is
een hulphandleiding verkrijgbaar (zie 20)
1. Storingsoplossing
Storing
Mog. oorzaak
Noodstop ingedrukt
Slecht, ontbrekend
steekcontact
Kabel defect
Aandrijving
geen werking
Accucapaciteit te
laag
Hefinrichting klemt
Accu heeft geen
contact
Geen accu geplaatst
Accu wordt
Display brandt niet
niet geladen
volledig,
BA-Nr.: 06.09.201/2021-06-A01
REBOTEC /
riemsystemen
Gegeven
max. 150 kg
53 kg
57,6 kg
Zie 20.
Ca. 25 hefcycli (naargelang
gebruiksintensiteit en
acculading)
Traploos en zonder schokken
II
≤55 dB
2 min gebruik / 18 min pauze
5,2 mm/
100-240 V AC /
IP55
50-60 Hz
24 V DC 216 VA
24 V DC /
IP54
180 VA
IP54
5 V DC
IP65
24 V DC / 5 Ah
Noodneerlating
noodstopfunctie
Maatregel
Noodstop
ontgrendelen
Steekcontact
controleren
Kabel controleren
met visuele
inspectie
Accu opladen
Soepelheid
controleren
Accu herplaatsen,
positie controleren
Accu plaatsen
Netvoeding
controleren
Storing
Mog. oorzaak
batterijsymbool en
led
Accu niet of niet
geheel geplaatst
Accucapaciteit te
Arm gaat niet
laag
helemaal
omhoog /
Vorkarm klemt
omlaag
Handschakela
Knop(pen) geen
ar werkt niet
werking
Sterk
verlaagde
Motor, drijfwerk
snelheid, luid
defect
loopgeluid
18 Verzorging en onderhoud
18. Verzorging
Gebruik een mild, gangbaar reinigings- en
ontsmettingsmiddel. Na het reinigen wrijft u
af met helder water en droogt u het artikel met een
doek.
Maximale reinigingstemperatuur van 45
in acht nemen!
Het artikel mag niet in een
reinigingsautomaat
worden!
• Gebruik
geen
reinigingsmiddel met agressieve bestanddelen
(zuren,
verdunners)
reinigingsvoorwerpen
hierdoor de oppervlakken beschadigd kunnen
worden of zich afzettingen op de materialen
kunnen vormen.
• Het artikel is geschikt voor de machinale reiniging
en
ontsmetting.
voorbereidingshandleiding (06.12.160) in acht.
18.1 Noodneerlating
• Het noodneerlaatmechanisme mag niet met olie,
vet of een ander smeermiddel behandeld worden.
Dit leidt tot een storing bij het neerlaten. Bij een
storing
van
de
servicedienst een nieuwe instelling uitvoeren.
18.2 Onderhoud
• Mogelijke oorzaken van ongevallen kunnen zijn:
niet tijdig herkende slijtage en/of onvakkundige
behandeling alsook onregelmatig of ontbrekend
onderhoud.
- 12 -
NL
Maatregel
Laadkabel
controleren op
contact en
beschadiging
Accu defect
Display/led defect
Accu herplaatsen,
positie controleren
Accu opladen
Schroefverbinding
aan de greepbalk
losmaken
Kop(pen) defect
Kabel/steekcontact
controleren
Aandrijving buiten
bedrijf stellen,
onderhoud!
gereinigd
schoonmaakmiddel
of
harde
(borstels),
aangezien
Neem
noodneerlating
moet
C
of
de
een