Download Print deze pagina

Casio 2943 Gebruiksaanwijzing pagina 4

Advertenties

ALARMEN
U kunt drie eenmalige alarmen en een wekalarm
instellen. Als een alarm is ingeschakeld, wordt een
alarmbediening (signaal of trilling) uitgevoerd als de
alarmtijd bereikt is. U kunt ook een uursignaal (SIG)
inschakelen waarna het horloge elk heel uur een signaal
of trilling geeft.
• Er zijn vier alarmschermen genummerd AL1 tot en met AL3 en SNZ. U
kunt SNZ uitsluitend als wekalarm instellen. Alarmen AL1 t/m AL3
kunnen uitsluitend als eenmalige alarmen gebruikt worden.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie,
die u selecteert door op D te drukken.
Een alarmtijd instellen
1. In de alarmfunctie, gebruik E (+) en B (-) om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm waarvan u
de tijd wilt instellen getoond wordt.
2. Nadat u een alarm geselecteerd heeft, houd A ingedrukt totdat de
uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
• Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op D om het knipperen tussen de uur- en minuteninstelling te
verplaatsen.
4. Als een instelling knippert, gebruik E (+) en B (-) om deze te veranderen.
5. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
• Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur weergave, let er
dan op dat u de tijd correct als ochtendtijd (geen indicator) of
middag/avondtijd (P indicator) instelt.
Alarmbediening
De alarmbediening (signaal of trilling) wordt op de ingestelde tijd
gedurende ongeveer 10 seconden uitgevoerd, ongeacht de functie waarin
het horloge is. In het geval van een wekalarm wordt de alarmbediening elke
vijf minuten, in totaal zeven keer, uitgevoerd, totdat u het alarm uitschakelt.
• Door op een willekeurige knop te drukken stopt de alarmbediening.
• Door een van de volgende bedieningen uit te voeren gedurende een 5-
minuten-interval tussen wekalarmen stopt de huidige alarmbediening.
Het tijdfunctie-instelscherm tonen.
Het wekalarm-instelscherm tonen.
Het alarm testen
In de alarmfunctie, houd E ingedrukt om de op dat moment geselecteerde
alarmbediening uit te voeren.
Een alarm in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, gebruik E en B om een
alarm te selecteren.
2. Druk op C om het alarm in of uit te schakelen.
• Door een eenmalig alarm (AL1, AL2, AL3) in te schakelen, wordt de
alarm-aan-indicator op het scherm getoond. Als u het wekalarm (SNZ)
inschakelt, worden de alarm-aan-indicator en de wekalarm-aan-indicator
getoond.
• De alarm-aan-indicator wordt in alle functies getoond als een alarm is
ingeschakeld. Als het wekalarm is ingeschakeld, wordt het wekalarm in
alle functies getoond.
• De alarm-aan-indicator knippert als een alarmbediening wordt
uitgevoerd.
• De wekalarm-indicator knippert gedurende de 5-minuten-intervallen
tussen de alarmen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. In de alarmfunctie, gebruik E en B om het
uursignaal (SIG) te selecteren.
2. Druk op C om deze in (uursignaal-aan-indicator
getoond) of uit (uursignaal-aan-indicator niet
getoond) te schakelen.
• Als het uursignaal is ingeschakeld, wordt de uursignaal-aan-indicator in
alle functies op het scherm getoond.
STOPWATCH
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
tussentijden en twee finishtijden te meten.
• Het bereik van de stopwatch is 23 uur, 59
minuten en 59,99 seconden.
• De stopwatch loopt door, opnieuw startend
vanaf 0, nadat deze zijn limiet heeft bereikt,
tenzij u de stopwatch stopt.
• De stopwatchmeting loopt zelfs als u de stopwatchfunctie verlaat.
• Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een tussentijd op het display
bevroren is, wordt de tussentijd gewist en gaat u terug naar de
verstreken-tijdmeting.
• Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de
stopwatchfunctie, die u selecteert door op D te drukken.
VERLICHTING
Het display van het horloge wordt verlicht door
een elektronisch verlichtingspaneel voor een
gemakkelijke aflezing in het donker. De
automatische lichtschakelaar schakelt
automatisch de verlichting in als u het horloge
naar uw gezicht draait.
• De automatische lichtschakelaar moet worden ingeschakeld (aangegeven
door de automatische-lichtschakelaar-aan-indicator) om geactiveerd te
kunnen worden.
• Zie "Verlichting voorzorgsmaatregelen" voor andere belangrijke
informatie over het gebruik van de verlichting.
De verlichting handmatig inschakelen
In een willekeurige functie, druk op L om het display te verlichten.
• U kunt 1,5 seconde of 3 seconden als verlichtingsduur instellen. Zie "De
verlichtingsduur" specificeren voor meer informatie.
• Bij de bovenstaande bediening wordt de verlichting automatisch
geactiveerd ongeacht de huidige instelling van de automatische
lichtschakelaar.
Over de automatische lichtschakelaar
Als u de automatische lichtschakelaar inschakelt, wordt de verlichting
ingeschakeld als u uw pols als hieronder beschreven positioneert.
Door het horloge in een positie te houden die evenwijdig is met de grond en
daarna meer dan 40° naar u toe te draaien, wordt de verlichting
ingeschakeld.
• Draag het horloge op de bovenzijde van uw pols.
2943-4

Advertenties

loading