Afdrukken (Vervolg)
Probleem
Slechte afdrukkwaliteit
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina's.
Tekens en regels overlappen
elkaar.
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Er zit een vlek middenboven op de
afgedrukte pagina.
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
50
Suggesties
Gebruik alleen originele verbruiksartikelen van Brother omdat inkt van een ander
merk problemen met de afdrukkwaliteit kan veroorzaken.
Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 38.)
Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling
Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat
u gebruikt.
(Zie Afdrukken voor Windows
Softwarehandleiding en Papiersoort op pagina 17.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren
als:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken.
(Originele cartridges van Brother blijven maximaal twee jaar bruikbaar als ze
in de originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge zich al langer dan zes maanden in uw machine bevond.
De inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 18.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 C en
33 C.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 38.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het juiste type papier. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia
op pagina 18.)
Als u wilt afdrukken op papier van het formaat Foto 10 15 cm of
Foto L 89 127 mm gebruikt u de fotopapierlade voor het afdrukken van foto's.
(Zie Fotopapier laden op pagina 13.)
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 38.)
Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren op pagina 39.)
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en
andere afdrukmedia op pagina 18.)
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 18.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de