Installatie en
bijlage bij bedieningsinstructies
AV.25/03/10.NL
Editie 2010 /NL
ENA 50-60 INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES_BIJLAGE
2.
Onderdelen van het hardware- en het parametermenu
2.1. Bedrijfsmodus
De gebruiker kan het systeem bedienen in de snelle of de normale ontgassingsmodus.
Onderhoudspersoneel heeft ook toegang tot de handmatige modus en kan een lekkagetest uitvoeren. Deze
lekkagetest kan ook worden gebruikt om de werking van de pomp te testen.
2.1.1. Snel/Turbo
De pomp draait (met vorming van een vacuüm) wisselend met de ontgassingsinterval tot de gekozen
tijd voor de turbo modus is verstreken. Vervolgens schakelt de besturingsunit automatisch over naar de
normale modus.
In l1 wordt de pomp elke 5 minuten 10 seconden lang uitgeschakeld.
TURBO ontgassing (SNEL)
Pomp AAN
Pomp UIT
l0
Pomploop = max. 99 uur
Start vertraging = 60 sec.
2.1.2. Normaal
De normale ontgassingsmodus wordt alleen automatisch door een pauze onderbroken om mogelijke
ontgassingsgeluiden gedurende de nacht te voorkomen.
In l1 wordt de pomp elke 5 minuten 10 seconden lang uitgeschakeld.
NORMALE ontgassing
Pomp AAN
Pomp UIT
Pomploop
l0
Fabrieksinstelling=120 min.
Start vertraging=60 sec
2.1.3. Handmodus
De handmodus (handmatige modus) is uitsluitend bedoeld voor onderhoudsdoeleinden, d.w.z. voor het
controleren van de werking van de pomp. De gebruiker heeft geen toegang tot deze modus.
2.2. Controleren
Het voornaamste doel van de controlefuncties is het snel detecteren van fouten in het systeem en om de
onderdelen in belangrijke mate te beschermen m.b.v. de juiste signalen of, indien nodig, automatisch uit
te schakelen. Ze zijn met name bedoeld voor het detecteren van lekkages in een vroeg stadium en om
dergelijke voorvallen in omvang te beperken.
2.2.1. Navulhoeveelheid (controleren)
Deze functie is niet relevant voor de ENA 50/60. De navulfunctie is gedeactiveerd.
2.2.2. Druk controleren
De maximum toelaatbare druk en niveau mogen niet worden overschreden. Daarom worden
drukafwijkingen gesignaleerd.
Indien de ENA 50/60 niet binnen het gespecificeerde drukbereik wordt gebruikt, wordt deze automatisch
uitgeschakeld en wordt een storingsmelding weergegeven. Wanneer de druk is hersteld tot het toegelaten
werkdrukbereik, wordt de eenheid automatisch gereactiveerd en wordt de werking ervan voortgezet.
2.2.3. Hoeveelheid te behandelen water controleren
Deze functie is niet relevant voor de ENA 50/60.
3.
Menubeschrijvingen
3.1. Hardwaremenu
l1
l1
l1
Pomploop
l3
Duur van de pauze
Fabrieksinstelling=25 minuten
Tijd
Tijd
4