NEDERLANDS
• Gebruik de [UP/DOWN] toetsen om de intensiteit van de groene kleur in te stellen. [r.000] = uit, [r.255] =
maximum intensiteit
• Druk op de [ENTER] toets om uw keuze te bevestigen en naar de volgende kleurinstelling te gaan.
• Gebruik de [UP/DOWN] toetsen om de intensiteit van de blauwe kleur in te stellen. [r.000] = uit, [r.255] =
maximum intensiteit
• Druk op de [ENTER] toets om uw keuze te bevestigen en naar de instelling van de flitssnelheid te gaan.
• Gebruik de [UP/DOWN] toetsen om de snelheid van het flitseffect in te stellen. [S. 00] = uit, [S. 99] =
maximale snelheid
• Druk op de [ENTER] toets om uw keuze te bevestigen.
4) MASTER/SLAVE STANDALONE MODUS:
Wanneer u meerdere LIVESET units heeft en u wilt dat ze allemaal synchroon werken, kunt u werken in
de zogenaamde master/slave-modus. Om dit te doen, hoeft u alleen maar alle toestellen via de DMX
kabels met mekaar te verbinden en de instellingen van het gewenste automatische of geluidgestuurde
programma in de eerste LIVESET van de ketting te maken (zie de beschrijving hierboven). Deze LIVESET
wordt de Master unit genoemd.
Opmerking: om de informatie van de master naar de slaven te sturen, moet u het masterapparaat ook in
de MASTERMODUS instellen:
• Druk op de [MENU] toets tot [SyS] op het scherm verschijnt.
• Gebruik de [UP/DOWN] toetsen om [M-En] te kiezen
• Druk op [ENTER]
• Gebruik de [UP/DOWN] toetsen om [on] te kiezen
• Druk op de [ENTER] toets om uw keuze te bevestigen
• Het eerste apparaat (master) is nu in de Master-modus ingesteld. De LIVESET kan nu informatie naar
SLAVE-apparaten sturen
Zet nu alle andere Livesets in SLAVE modus. Zodra dit is gedaan, zullen de "slave" staven de orders van
de Master unit volgen, zodat ze in perfecte synchroniciteit werken.
Om een toestel in slave modus te zetten:
• Druk op de [MENU] toets tot [SLA] op het scherm verschijnt.
• Druk op de [ENTER] toets om deze modus te betreden.
• [S...] gevolgd door 3 nummers zal op het scherm verschijnen
• Druk op de [ENTER] toets om de adresinstellingen in te voeren.
• 3 cijfers zullen op het scherm verschijnen. Dit is het slave-adres dat u nu kunt instellen met de
[UP/DOWN] toetsen:
o
Als u het adres [S001] selecteert, zal de slave-unit dezelfde patronen uitvoeren als de
master-unit
o
Als u een hoger adres selecteert, zoals [S008], kunt u de eenheden in volgorde laten
werken. Het programma begint te lopen in de master, daarna gaat het verder met de
projectoren in de slave-unit.
o
Als u meer apparaten heeft (bijvoorbeeld 3 apparaten) en u zet slave 1 op adres [S008] en
slave 2 op adres [S020] → Het programma begint te lopen in de master, dan gaat het verder
met de projectoren van de slave 1 apparaat, gevolgd door de projectoren van de slave 2
apparaat.
JB SYSTEMS
®
6/14
HANDLEIDING
LIVESET 2