Plaats het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving.
De omgevingstemperatuur moet liggen tussen 10 °C - 32 °C.
Aansluiting
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schokken!
Wanneer het apparaat niet juist is geïnstalleerd kan het lichamelijk letsel
veroorzaken!
Vergelijk de gegevens van het lokale elektriciteitsnet met de technische
gegevens van het apparaat (zie het typeplaatje) voordat u het installeert.
Sluit het apparaat alleen aan wanneer deze volledig met elkaar overeenstemmen!
Het apparaat mag uitsluitend aangesloten worden op correct
geïnstalleerde, enkelvoudige geaarde stopcontacten.
Laat een gekwalificeerd elektricien de eerste aansluiting op het lichtnet uitvoeren.
Voor latere aansluitingen is de gebruiker verantwoordelijk.
De stroomkring van het stopcontact moet met 16A beveiligd zijn. Verbind het
apparaat uitsluitend rechtstreeks met het wandstopcontact. Gebruik van
verlengsnoeren en verdeelstekkers is verboden.
Zorg ervoor dat u het stopcontact makkelijk kunt bereiken, zodat u indien
noodzakelijk het apparaat snel los kunt koppelen van het lichtnet.
5.2 Bediening
Voorbereiding van het apparaat
Demonteer voordat u het apparaat in gebruik neemt de verschillende onderdelen van
het apparaat en maak het apparaat en de gedemonteerde onderdelen schoon volgens
de aanwijzingen uit hoofdstuk 6 "Reiniging en onderhoud". Zet het apparaat na het
schoonmaken opnieuw in elkaar en controleer of alle onderdelen juist zijn gemonteerd.
Het apparaat inschakelen
Om het apparaat in te schakelen moet u de
volgende handelingen uitvoeren:
Zorg ervoor dat de AAN/UIT-schakelaar is
ingeschakeld.
Haal het scherm van de watercontainer.
TIP!
Vul de watercontainer alleen met gefilterd water om ervoor te zorgen dat het
apparaat storingsvrij blijft werken.
Afb. 2
- 167 -