Elektronische transformatoren
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Installatie-instructies
TRONIC-transformators zijn tegen transiente over-
spanning (netpieken) conform EN 61547 beveiligd.
Ter bescherming tegen hoge overspanningen (ver-
oorzaakt door het schakelen van fluorescentielam-
pen, ontladingslampen, motoren en andere induc-
tieve lasten) voor TRONIC-trafo's gescheiden last-
kring installeren. Zo niet, kunnen door piekspannin-
gen defecten aan de TRONIC-trafo bij het schakelen
van de stroomkring ontstaan.
Bij gevaar van netspanningspieken tevens overspan-
ningsbeveiligingsmoduul aan ingangszijde parallel
aan TRONIC-trafo's installeren (tussen L en N) afb.
(2)a.
Worden de TRONIC-trafo's gedimd, dan overspan-
ningsbeveiliging parallel aan serieschakeling dimmer
– TRONIC-trafo's installeren, afb. (2)b.
1 overspanningsbeveiligings-moduul is voldoende
voor ca. 10 TRONIC-trafo's per stroomkring.
Op vermogensbereik van de trafo letten. Onderlast
kan flakkeren veroorzaken.
Inbouw en aansluiting overeenkomstig afbeelding (1),
(3) (van trafo tot trafo dubbele afstand aanhouden) en
afbeelding (4) uitvoeren.
Warmtebronnen (b.v. lampen) in de directe omgeving
van de trafo vermijden. In kritische situaties tempera-
tuur-+meting op Tc-punt uitvoeren.
Elektronische transformatoren
8/07
Blz: 2 van 5