Tronic-trafo
Tronic-trafo 10 - 40 W
Best. nr. : 0367 00 , 0493 57
Tronic-trafo 20 - 70 W
Best. nr. : 0366 00 , 0493 58
Tronic-trafo 20 - 105 W
Best. nr. : 0365 00
Tronic-trafo 20 - 150 W
Best. nr. : 0373 00, 0493 55
Tronic-trafo 50 - 200 W
Best. nr. : 0375 00 , 0493 56
Bedieningshandleiding
1 Veiligheidsinstructies
De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektrotechnicus
worden uitgevoerd.
Als de handleiding niet wordt opgevolgd, kunnen schade aan het apparaat, brand of
andere gevaren ontstaan.
Gevaar door elektrische schokken. Voordat werkzaamheden aan het apparaat of de last
worden uitgevoerd, moeten deze worden vrijgeschakeld. Daarbij moet rekening worden
gehouden met alle installatie-automaaten die gevaarlijke spanningen aan het apparaat of
de last leveren.
Deze handleiding is onderdeel van het product en moet door de eindklant worden
bewaard.
2 Functie
Bedoeld gebruik
-
Voedingsspanning voor 12 V-halogeenlampen
-
Schakelbaar met installatieschakelaars, relais of Tronic-schakelelementen
-
Alleen dimbaar met Tronic- of universele dimmers van Gira, die volgens het faseafsnij-
dingsprincipe werken en bij kortsluiting permanent uitschakelen
-
Inbouw in verlaagde plafonds, opbouwmontage of lichtinbouw
Producteigenschappen
-
Leegloopveilig
-
Elektronische kortsluitbeveiliging
-
Elektronische overbelastingsbeveiliging
-
Elektronische overtemperatuurbeveiliging
-
Beveiliging tegen transiënte overspanningen, netspikes volgens EN 61547
i Flakkeren van de aangesloten lichtbron door onderschrijden van de minimale last mogelijk.
Deze eigenschap is geen manco van het product.
3 Informatie voor elektromonteurs
3.1 Montage en elektrische aansluiting
GEVAAR!
Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan.
Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Voordat werkzaamheden aan het apparaat of de last worden uitgevoerd, moe-
ten alle bijbehorende installatie-automaaten worden vrijgeschakeld. Spanning-
voerende delen in de omgeving afdekken!
Tronic-trafo monteren
Voor warmteafvoer een voldoende grote inbouwruimte voorzien. In kritische gevallen een tem-
peratuurmeting uitvoeren. De temperatuur van de behuizing mag op het tc-punt (zie etiket op
apparaat) niet worden overschreden.
32514342
10499102 I00
09.05.2019
1/8