AANSLUITSCHEMA ELEKTRISCHE COMPONENTEN
AM
Antenne Monitoring (optie)
ATR
Regelaar Autotemp (optie)
CR
Connector regelprint
OT
Spider WP Klimaatthermostaat
RT
Spider Ruimtethermostaat (optie)
T1
Temperatuursensor Buitenvoeler (optie)
T2
Temperatuursensor Boiler hoog
T3
Temperatuursensor Boiler laag
Voeding WPU 25/35/45coe: 1-fase 230 VAC, 16 A
V1
Voeding WPU 55/65/75coe: CEE 3-fase 400 VAC, 16 A
Wandcontactdoos servicewerkzaamheden:
V2
1-fase 230 VAC, 16 A
V3
Voeding Autotemp Spider: 1-fase 230 VAC, 16 A (optie)
5.2. Elektrische aansluitingen
ä
Waarschuwing!
Indien het netsnoer beschadigd is, moet deze worden vervangen
voordat men het toestel aansluit op een geaarde
wandcontactdoos.
ä
Let op!
Gebruik bij het aansluiten van de externe componenten de
originele bekabeling. Indien dit niet mogelijk is gebruik dan
bekabeling met een massieve kern of bekabeling met een kern
bestaande uit meerdere losse draden, voorzien van
adereindhulzen. Maak hierbij gebruik van bekabeling van
minimaal 0,75 mm² (min. Kwaliteit H05VV-F).
1
3
1
Aansluiting regelprint
2
Aansluiting modbus (optie)
3
SMA-F Antenne-aansluiting IoT communicatieprint (optie)
4
SMA-F Antenne-aansluiting RF
5
Voedingsaansluiting warmtepomp
6
Kabeldoorvoer externe componenten
ä
Let op!
Steek de stekker nog NIET in de wandcontactdoos.
Doe dat pas als dit uitdrukkelijk wordt gevraagd tijdens de
ingebruikname.
2
6
4
5
+
communicatieprint (optie)
49