11 Leg de hoorn neer of programmeer meer nummers door stap 6
en volgende stappen te herhalen.
12 De telefoonnummers zijn geprogrammeerd.
5.2
Buitenlijn of binnenlijn selecteren
U hoort direct de kiestoon van de buitenlijn wanneer u de hoorn
van een aangesloten telefoon opneemt. Dit betekent dat u onmid-
dellijk een extern telefoonnummer kunt intoetsen. Om een tele-
foon op het andere aansluitpunt van de Duovox te bellen, moet u
eerst een binnenlijn selecteren. U kunt een binnenlijn selecteren
door op de flashtoets te drukken.
Flashtoets
U kunt de flashtoets herkennen aan het opschrift
,
R
RECALL
kunt u voor de betreffende telefoon instellen dat u een binnenlijn
kunt selecteren met het haakcontact (zie paragraaf 5.3).
5.3
Wachtstand instellen met haakcontact
In de standaardinstelling kunt u een gesprekspartner in de wacht
zetten door op de flashtoets te drukken. U kunt de flashtoets herken-
nen aan het opschrift
Als uw telefoon niet over een flashtoets beschikt, kunt u instellen
dat u de wachtstand voor het betreffende aansluitpunt inschakelt
door kort op het haakcontact te drukken.
1
Neem de hoorn op van één van de aangesloten telefoons.
Dit moet een toontoestel zijn.
>
U hoort de kiestoon.
2
Druk héél kort op het haakcontact om een binnenlijn te
selecteren.
>
U hoort de kiestoon.
3
Toets code
4
Toets uw pincode in. De standaardpincode is
5
Druk op
>
U hoort lange toonsignalen.
6
Toets code
7
U hebt 2 mogelijkheden:
–
–
18
of ,. Als uw telefoon geen flashtoets heeft,
,
RECL
F
in.
8
7
.
in.
8
2
Toets code
in wanneer u aansluitpunt 1 wilt
1
programmeren.
Toets code
in wanneer u aansluitpunt 2 wilt
2
programmeren.
,
,
,
,
FLASH
RR
R
,
,
F
FLASH
RR
,
of ,.
RECALL
RECL
.
0
0
0
0
,