Nexus Valve
Vivax G2 EQM / Vivax EQM
2.3 Constructie en functies
De NexusValve Vivax G2 EQM bestaat in uit de hierna genoemde basiscomponenten, die het mogelijk maken om de volumestroom
te begrenzen en te regelen, drukschommelingen te compenseren en de vereiste minimale verschildruk te controleren.
*Voorinstelling klepschaal (waarden in [l/h])
Klepschaal
0
Voorinstelling
DN15L
68
DN15S
172
206
DN20
335
411
Het debiet wordt ingesteld door het binnenwerk ten opzichte van de ventielhuizing te verdraaien.
De gekozen voorinstelling wordt aangegeven door de positie van pijl op het binnenwerk ten opzichte van het deksel. De NexusValve
Vivax G2 EQM compenseert drukschommelingen in de installatie in het onderste deel, waardoor het debiet constant blijft.
De volumestroom wordt geregeld door de NexusValve Vivax G2 EQM te combineren met een actuator die direct op de NexusValve
Vivax G2 EQM kan worden gemonteerd. De actuator bedient de regelspindel, die de klep van het ventiel gedeeltelijk sluit en
zodoende het debiet vermindert. De terugstelveer levert een tegengestelde kracht en opent het ventiel zover als de actuator toelaat.
Om het dediet te controleren, kan de NexusValve Flowmeter BC3 op de meetpunten van de NexusValve Vivax G2 worden aangesloten.
Wanneer minstens het minimaal benodigde drukverschil (zie hoofdstuk 3.1) op de meter wordt aangegeven, kan het gewenste debiet
worden ingesteld.
10
1
2
3
78
88
98
110
245
293
355
499
593
678
Legenda:
1 - Ventielbehuizing
2 - Binnenwerk
3 - Regelspindel
4 - Deksel met schaalverdeling* 0...10
5 - Terugstelveer
6 - DP-regelaar
7 - Testpunten voor aansluiting van optionele
BC3 meetcomputer
4
5
6
7
122
134
150
428
507
588
821
1017
1178
8
9
10
167
187
208
683
779
861
1366
1537
1634