NL
6. VERWARMINGSSPOELAANSLUITING
Leidingwerk moet worden aangesloten in overeenstemming met goede installatiepraktijken. Alle leidingwerk
moet op gepaste wijze worden ondersteund om te waarborgen dat geen extra belasting de eenheid onder druk
zet.
Monteer de pijpen op de verwarmingsspoel en zet de pijpen vast met een tang. Zoals getoond op afbeelding 20.
Pijpenaansluiting uitvoeren
20 a Afbeelding
Het leidingwerk moet zodanig worden uitgevoerd dat voldoende ruimte overblijft voor onderhouds- en
herstellingswerkzaamheden. Bij uitvoering van de installatie van verwarmingsbuizen moet u zorgen dat de
warmwateraanvoer volledig is losgekoppeld. Voor u de luchtbehandelingseenheid opstart, moet het verwar-
mingssysteem worden gevuld met water. Glycol wordt gebruikt in de luchtbehandelingseenheden met warm-
tewisselaarspoel. Giet nooit glycol in een afvoerbuis; vang het product op in een opvangbak en breng het naar
een recyclagecentrum of gelijkaardige voorziening. Glycol is heel gevaarlijk voor consumptie en kan dodelijke
vergiftiging of schade aan de nieren veroorzaken. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een dokter! Vermijd glycol-
dampen in te ademen in afgesloten ruimten. Als u glycol in uw ogen krijgt, spoel deze dan grondig uit met water
(gedurende ongeveer 5 minuten).
Als u luchtbehandelingseenheid bij temperaturen van minder dan 0°C
gebruikt, is het nodig glycol als toeslagstof te gebruiken of te waarbor-
gen dat de omkeerbare verwarmingsagenstemperatuur meer dan 25°C
bedraagt.
Het is belangrijk luchtverwarmers en –koelers net te houden; dit wil zeg-
gen de filters in de luchtbehandelingseenheid tijdig vervangen. Als de
luchtverwarmer of –koeler vuil wordt, voer dan regelmatig onderhouds-
beurten uit.
Leidingwerk
De lucht stroomt in en uit de luchtbehandelingseenheid via leidingwerk. We raden aan leidingwerk in gegal-
vaniseerd staal (Zn 275 g/m
dig een leidingwerksysteem met lage luchtstroomsnelheid en kleine drukterugval te gebruiken om voldoende
luchtvolume en laag geluidsniveau te bekomen en energie te besparen. De gepaste geluiddempers zullen het
lawaainiveau van de ventilatoren in de bedrijfsruimten verlagen.
Alle leidingwerk moet worden geïsoleerd met isolatie van 50–100 mm dikte om condensatie te voorkomen.
Nota: temperatuursensor B1 moet worden gemonteerd in de aanvoerluchtleiding onder elektrische verwarmer (zie
functioneel diagram in Regelsysteem elektrische installatie en bedieningshandleiding). Het is nodig ruimte te laten
in rechte luchtleiding voor sensormontage en voldoende ruimte voor onderhouds- en herstellingswerken. Minimale
ruimte tussen de eenheid en B1 sensor is de ruimte van dubbele luchtleidingsdiameter.
Leidingwerk, staalwerk en eventuele andere inrichtingen mogen niet steu-
nen op de eenheid.
In leidingsysteem voor eenheden met elektrische luchtverwarmer moet
u luchtafsluitingsdemper gebruiken zonder veerterugstelmechanisme.
1
Bij ingebouwde waterverwarmer.
22
) te gebruiken voor een eenvoudige reiniging en grote duurzaamheid. Het is no-
2
UAB Amalva behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
1
Installatie sensoren
20 b Afbeelding
D12-16-08