Bedieningshandleiding
Inspecties
Hulpvoeding testen
66 Schakel de motor uit.
67 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
68 Druk de voetschakelaar in.
69 Houd de hulpvoedingschakelaar ingeschakeld en
activeer tegelijkertijd elke functie-joystick of
functietuimelschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een
gedeeltelijke cyclus om accu's te sparen.
Resultaat: Alle arm- en stuurfuncties dienen in
werking te treden. Rijfuncties mogen niet op
hulpvoeding werken.
40
Contactalarm testen (indien aanwezig)
70 Activeer de voetschakelaar niet en druk op de
kabel van het contactalarm om de kop uit de
kophouder te verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen niet en de claxon van de machine
klinkt niet.
71 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
72 Plaats de kop in de kophouder.
Resultaat: De lichten en claxon worden
uitgeschakeld.
73 Activeer de voetschakelaar door deze in te
drukken en druk op de kabel van het
contactalarm om de kop uit de kophouder te
verwijderen.
Resultaat: De lichten van het contactalarm
knipperen en de claxon van de machine klinkt.
74 Bedien elke machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele machinefunctie mag in
werking treden.
S
®
-80 XC
™
• S
®
-85 XC
™
Tweede uitgave • Derde druk
Onderdeelnr. 1311085DUGT