1. De positie van de achterwielen is de meest belangrijke factor wat betreft de invloed op uw zwaartepunt. Hoe verder u
uw achterwielen naar voren verstelt, hoe groter de kans dat uw rolstoel naar achter kantelt.
2. De afstand tussen de achterwielen. Hoe kleiner de afstand tussen de achterwielen, hoe groter de kans dat uw rolstoel
zijwaarts kantelt.
3. De hellingshoek van de achterwielen. Hoe kleiner de hellingshoek, hoe groter de kans dat uw rolstoel zijwaarts kantelt.
4. De hoogte van uw zitting. Wanneer u uw zitting verhoogt, verhoogt u ook uw zwaartepunt en daarmee de
waarschijnlijkheid van alle mogelijke soorten kantelingen.
5. De hoek van uw zitting. Wanneer u de hoek van uw zitting vergroot (ten opzichte van de grond), verplaatst uw positie in
de rolstoel zich naar achteren, waardoor de kans op achterwaarts kantelen toeneemt.
6. De hoek van uw rugleuning. Wanneer u de hoek van uw rugleuning vergroot (ten opzichte van de grond), verplaatst uw
positie in de rolstoel zich naar achteren, waardoor de kans op achterwaarts kantelen toeneemt.
7. De hoogte van de achterkant van uw zitting. Wanneer u de hoogte van uw rugleuning verlaagt, maakt u het zich
gemakkelijker naar achteren te leunen, waardoor het zwaartepunt zich naar achteren verplaatst en de kans achterover
te kantelen toeneemt.
8. De positie van uw zwenkwielen. Wanneer u uw zwenkwielen naar achter op het frame verplaatst (in de richting van de
achterwielen), vergroot u de kans dat uw rolstoel voorover kantelt.
Andere factoren beïnvloeden uw zwaartepunt:
1. Een verandering in de positie van uw lichaam, houding of gewichtsverdeling. Bijvoorbeeld, als u voorover leunt,
verplaatst u het zwaartepunt naar voren en vergroot u de kans voorover te kantelen.
2. Rijden in uw rolstoel op een oprit of helling. Op een opwaartse helling verplaatst uw lichaamsgewicht zich naar
achteren, waardoor u het gevaar loopt een achterwaartse kanteling te maken. Op een neerwaartse helling verplaatst uw
lichaamsgewicht zich naar voren, waardoor u het gevaar loopt een voorwaartse kanteling te maken.
3. Het gebruik van een rugzak of andere objecten, en het gewicht dat hierdoor wordt toegevoegd. Bijvoorbeeld, wanneer
u veel gewicht in een rugzak met zich meedraagt, verplaatst het zwaartepunt zich naar achteren, hetgeen de kans op
achterover kantelen vergroot. Echter, het gebruik van een TiLite stoelbuidel onder de zitting voor zware objecten zal uw
zwaartepunt verlagen en het risico op een kanteling verkleinen, maar niet geheel wegnemen.
Om het risico op een kanteling te verkleinen, dient u:
1. Uw arts, verpleegkundige of therapeut te RAADPLEGEN om te bepalen welke as- en zwenkwielpositie, en andere
instellingen van uw rolstoel het meest geschikt voor u zijn.
2. Uw geautoriseerde dealer RAADPLEGEN VOORDAT u uw rolstoel verstelt. Vaak wordt een aanpassing die u wilt
maken ongedaan gemaakt door een andere aanpassing waarmee u geen rekening gehouden hebt. Bijvoorbeeld, u
wilt de hoek van de rugleuning naar achteren verstellen, hetgeen de kans op achterover kantelen vergroot. U houdt
er wellicht geen rekening mee dat u deze inclinatie ongedaan kunt maken door de achterwielen naar achteren te
verplaatsen. Uw geautoriseerde TiLite dealer kan u deskundig en persoonlijk advies geven in dergelijke situaties. Zie
"Uw Rolstoel Verstellen/Aanpassingen maken" op pagina 1-2.
3. Zorg er ALTIJD voor dat iemand u bijstaat totdat u de zwaartepunten van uw rolstoel aanvoelt en u zich geheel
comfortabel voelt de rolstoel onder alle omstandigheden te gebruiken en kantelen kunt voorkomen.
4. Gebruik ALTIJD anti-tips. Zie "Uw Rolstoel Verstellen/Aanpassingen maken" op pagina 1-2.
Indien u deze Waarschuwingen niet in acht neemt, loopt u het risico te vallen, te kantelen, of de controle over de rolstoel te
verliezen, en uzelf of anderen letsel toe te brengen, of de rolstoel te beschadigen als gevolg daarvan.
B. DE ROLSTOEL IN- EN UITSTAPPEN
I
WAARSCHUWING
Uw rolstoel in- en uitstappen is een van de meest gevaarlijke handelingen die u kunt doen in relatie tot uw rolstoel. Het
vereist een goed evenwicht, beweeglijkheid en soepelheid van het bovenlichaam. Op een bepaald moment tijdens het in- of
uitstappen bevindt er zich geen zitting onder u en bevindt de stoel, het bed enz. waarop u plaatsneemt of waarvan u opstaat
zich ook niet onder u.
Belangrijke regels die u helpen het risico op vallen tijdens het in- en uitstappen te verkleinen, worden hieronder uiteengezet:
1. Werk ALTIJD samen met uw arts wanneer u leert om veilig in- en uit te stappen.
AERO X en 2GX Series 2 Gebruikershandleiding
HOOFDSTUK 1: WAARSCHUWINGEN
1-7
OM0009_Rev A_AERO X_2GX Series 2