7 Onderhoud
Afb.70
Bijvullen van de installatie
2
3
Afb.71
Bijvullen van de installatie
5
6
30
Handmatig bijvullen van de CV-installatie, zonder automatische
(bij)vulinrichting
Wanneer de CV-installatie leeg is of een te lage waterdruk heeft, moet de
CV-installatie (bij)gevuld worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op het display van
het bedieningspaneel staat aangegeven. Indien nodig: vul de CV-
installatie bij.
2. Draai alle radiatorkranen van de CV-installatie open.
3. Stel de ruimtethermostaat af op een zo laag mogelijke temperatuur.
4. Wacht met het bijvullen van de CV-installatie tot de geopende
radiatoren handwarm of kouder zijn.
4
AD-3001242-01
5. Gebruik voor het bijvullen een vulslang met twee kraankoppelingen,
een doek en een ontluchtingssleutel.
6. Sluit de vulslang aan op een (koud) waterkraan.
7. Verwijder lucht uit de vulslang. Vul de slang langzaam met water.
Houd het uiteinde van de slang omhoog, boven een emmer. Sluit de
kraan zodra er water uit de slang loopt.
7
AD-3001243-01
Belangrijk
De automatische (bij)vulinrichting is alleen actief wanneer de
ketel is ingeschakeld.
Het bijvullen kan pas beginnen wanneer de ketel in stand-by
modus is (brander niet actief).
Annuleren van het bijvullen is alleen mogelijk wanneer de
waterdruk hoger is dan 0,3 bar.
7680249 - v.05 - 01022021