*
Wanneer de snelheidssensor ten opzichte van de (in de stappen 2 en 3 ge-
plaatste) magneten niet precies goed zit, dan kunt u de snelheidssensor nog
iets verschuiven zodat hij op de juiste plaats komt te zitten. Nadat u de
snelheidssensor heeft verplaatst, past u de positie aan zodat de twee mag-
neten naar de juiste sensorzone zijn gericht.
4.
Na deze aanpassing maakt u de nylon kabelbinders stevig vast om de
snelheidssensor te bevestigen.
1-3.Pas de afstand tot de magneet aan
1.
Stel de afstand tussen de wielmagneet en
de SPEED zijde van de snelheidssensor af
op ca. 3 mm. Draai na afstelling de stel-
schroef aan de SPEED zijde vast.
2.
Stel de afstand tussen de cadansmagneet en
de CADENCE zijde van de snelheidssensor af
op ca. 3 mm. Draai na afstelling de stel-
schroef aan de CADENCE zijde vast.
*
Indien uw fiets stalen pedaalassen heeft, dan
kan de cadansmagneet aan het uiteinde van
de pedaalas worden aangebracht. In dat geval
dient u de dubbelzijdige tape van de magneet
te verwijderen.
1-4.Zet de diverse onderdelen vast
Maak de snelheidssensor, de stelschroef en de
magneet stevig vast en controleer ze op speling.
Nylon kabelbinders snelheids-/cadanssensor
Schroeven van snelheids- en cadanssensor
Schroef van wielmagneet
Cadansmagneet
Ongeveer 3 mm
SPEED
CADENCE
Wielmagneet
Ongeveer 3 mm
Cadansmagneet
Knip overtollige lengte van
de nylon kabelbinders af
met een schaar.
Vervolgd
NL-11