Aansluitingen
* Als u het apparaat op batterijstroom gebruikt en de stekker in de INPUT-A (MONO)- of INPUT-B-aansluiting steekt, wordt het
apparaat automatisch ingeschakeld.
* Verlaag altijd eerst het volume voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (een paar seconden) voordat het apparaat normaal
functioneert nadat het is ingeschakeld.
* Het gebruik van een netstroomadapter wordt aanbevolen omdat het stroomverbruik van het apparaat redelijk hoog is. Als u liever
batterijen gebruikt, gebruikt dan alkalinebatterijen.
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de
apparatuur te voorkomen.
* Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden. Het gebruik van verbindingskabels met weerstanden kan het geluidsniveau
extreem verlagen of zelfs onhoorbaar maken. Neem contact op met de fabrikant van de kabel voor informatie over
kabelspecificaties.
* Het is raadzaam de batterijen in het apparaat te laten zitten, zelfs als u het apparaat gebruikt met de netstroomadapter. Zo kunt u
blijven spelen, zelfs wanneer het snoer van de netstroomadapter per ongeluk losraakt van het apparaat.
* Zodra de aansluitingen zijn voltooid, schakelt u uw verschillende apparaten in de opgegeven volgorde in. Als u de apparaten in de
verkeerde volgorde inschakelt, kunt u defecten en/of schade aan de luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
• Bij het inschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als laatste in.
• Bij het uitschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als eerste uit.
* Als u het apparaat alleen op batterijstroom gebruikt, verzwakt de indicator van het apparaat wanneer de batterij bijna leeg is.
Vervang de batterij zo snel mogelijk.
8