N N 2 2 3 3 3 3 B B
Apparaattype
Apparaatidentificatie
V V 3 3 . . 0 0
2 2 0 0
Softwareversie
Verwarmingscycli (alleen bij ruimte-
station)
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
M M A A . . 2 2 2 2 . . A A U U G G . . ; ; 0 0 5 5
Basisindicatie
ë ë
6 6 2 2 . . 5 5
°C
1 1 6 6 : : 3 3 2 2
Huidige temperatuur van de warmte-
opwekker resp. ruimtetemperatuur bij
ruimtestation
M M A A . . 2 2 2 2 . . A A U U G G . . ; ; 0 0 5 5
Standaard weergave
À À
2 2 2 2 . . 5 5
°C
Zomer ECO-temperatuur
1 1 6 6 : : 3 3 2 2
M M A A . . 2 2 2 2 . . A A U U G G . . ; ; 0 0 5 5
Standaard weergave
Á Á
2 2 2 2 . . 5 5
°C
Vorstbeveiliging actief
1 1 6 6 : : 3 3 2 2
Apparaatidentificatie
Na de segmenttest resp. de taalkeuze verschijnt tijdelijk de apparaatidentificatie met apparaattype,
typecode en bijbehorende software-versienummer.
Standaard weergaven
Voorzover er geen sprake is van een foutmelding verschijnt daarna de basisindicatie met datum,
tijd, bedrijfstoestan (
ë
dagbedrijf, ì
=
teopwekker resp. (indien vrijgeschakeld) de ruimtetemperatuur. Een markeringssegment boven
-
de onderste rand (
) kenmerkt het huidige programma (zie functie van programma's).
Het ruimtestation bevat bovendien een tijdbalk voor de weergave van de huidige verwar-
mingsbedrijfstijden (verwarmingscycli) van de bijbehorende verwarmingsgroep.
Een actieve zomer ECO temperatuur wordt in de standaard weergave voorgesteld door een zon-
À
nescherm-symbool (
) dargestellt. De weergaven voor bedrijfstoestand
actieve zomer ECO temperatuur onderdrukt.
Wanneer de vorstbeveiliging actief is, verschijnt een vorstsymbool (
daalbedrijf) sevenals huidige temperatuur van de warm-
=
Á
Pagina 6
ë
of
ì
worden bij een
) in de standaard weergave.