Aanpassing van het verwarmingssysteem
E E X X P P O O N N E E N N T T
(m-waarde)
1. 3 0
Instelbereik: 1,00 tot 10.0
D D G G
Fabrieksinstelling: 1,30
Deze parameter heeft betrekking op het soort verwarmings-
systeem en moet worden aangepast aan de krachtafgifte van
de betreffende verbruiker (vloer-radiator-convector). De
instelwaarde bepaalt het krommingsverloop van de verwar-
mingscurve (m-waarde) en compenseert rendementsverliezen
in het onderste temperatuurbereik door een sterkere krom-
ming van de verwarmingscurve.
Naam verwarmingscircuit
N N A A A A M M H H K K
Hiermee kan aan elk verwarmingscircuit een individuele 5-
cijferige korte aanduiding worden toegekend.
Met de instelling "leeg" is er geen individuele naam toe-
gekend. De standaard korte aanduiding verschijnt.
• Het telkens knipperende cijfer kan met de druk-draai-
knop aan de hand van de code ingesteld en door druk-
N N A A A A M M H H K K
ken bevestigd worden. De overige cijfers worden op
dezelfde manier bewerkt.
• De weergave van de individuele naam van het
verwarmingscircuit verschijnt
- in de menukeuze
- in de parameterboom
- in het infoniveau
Toepassingen:
Voor de volgende toepassingen worden de volgende instel-
waarden aanbevolen:
Instelwaarde
Toepassing
Verwarmingskarakteristiek
1.1
verwarming of andere statische verwar-
mingsoppervlakken
Normale
1.3
radiatorverwarmingen
Verwarmingscurves voor convectorver-
3.0. . . 4.0
warmingen
Speciale verwarmingscurves voor venti-
4.0. . . 10.0
latortoepassingen met hoge starttempera-
turen
voor
vloer-
verwarmingscurves
voor
Pagina 29