TEMPERATUURMETINGEN
1.
Stel de functieschakelaar in op de Temp positie.
2.
Voeg de temperatuursonde in de ingangsaansluitingen. Houd hierbij
rekening met de juiste polariteit.
3.
Druk op de MODE knop om "ºF" of "ºC" aan te geven.
4.
Plaats de tip van de temperatuursonde tegen het component
waarvan u de temperatuur wilt opmeten. Houd de sonde tegen het te
meten component totdat de meting stabiliseert (na ongeveer 30
seconden).
5.
Lees de temperatuur af op het display.
Opmerking: De temperatuursonde is voorzien van een type K miniconnector. Een
miniconnector naar de banaanconnectoradapter is meegeleverd voor de aansluiting
naar de invoerbanaansluitingen.
FREQUENTIE (WERKINGSCYCLUS) METINGEN (ELEKTRONISCH)
1.
Stel de functieschakelaar in op de "Hz/%" positie.
2.
Voeg de banaanstekker van de zwarte meetkabel in de negatieve COM aansluiting en
de banaanstekker van de rode meetkabel in de positieve Hz aansluiting.
3.
Plaats de meetsondetips tegen het te meten circuit.
4.
Lees de frequentie af op het display.
5.
Druk op de MODE knop om "%" weer te geven.
6.
Lees het % van het werkingscyclus af op het display.
9
EX542-EU-NL V1.2-8/10