tegen VCC te schakelen. Deze keuzemogelijkheid wordt vastgelegd meet
JP2. Om bij een open schakelaar eden gedefinieerd niveau op de ingangsport te hebben,
moet de desbetreffende pull –up ingeschakeld zijn (zie hoofdstuk Digitalports).
Als u op SW1 drukt bij het inschakelen van het Board, wordt de
modus
geactiveerd.
LCD
Er kan een LCD –module met het Application board verbonden worden. Het geeft 2 regels
met elk 8 tekens weer. Ook anders georganiseerde displays kunnen in principe via deze
interface gebruikt worden. Elk teken bestaat uit een monochrome matrix van 5x7 punten.
Een knipperende cursor onder één van de tekens kan de actuele uitvoerpositie aanduiden.
Het besturingssysteem biedt een eenvoudige software –interface voor uitvoer naar het
display. Het display wordt aangesloten op de stekker X14 (16-polig, twee rijen). Door een
mechanische bescherming tegen verkeerde poling is het verkeerd er insteken niet mogelijk.
De gebruikte LCD module is van het type Hantronix HDM08216L-3. Verdere informatie vindt
u op de Hantronix website http://www.hantronix.com en in het datasheets register op de CD-
ROM.
LCD –contrast (LCD-ADJ)
U heeft de beste zichtbaarheid van de tekens als u er frontaal naar kijkt. Eventueel moet u
het contrast een beetje bijregelen. Het contrast kan ingesteld worden via de draaiweerstand
PT1.
Toetsenbord
Voor het invoeren van data door gebruiker staat een 12-delig toetsenbord
beschikking (X15: 13-polige stekker). Het toetenbord is 1 uit 12 georganiseerd, d.w.z. aan
iedere toets is een leiding toegewezen. De toetsinformatie wordt serieel via een schuif-
register ingelezen. Als er geen toetsenbord gebruikt wordt, kunnen de 12 ingangen als extra
digitale ingangen gebruikt worden. Het toetsenbord beschikt over een 13-polige aansluiting
(één rij) en wordt zo in de X15 gestoken, dat het toetsenveld naar het Application board wijst.
12C-interface
Via deze interface kunnen seriële data met hoge snelheid verzonden worden. Er zijn daar-
voor slechts twee signaalleidingen nodig. De overdracht gebeurt via het 12C –protocol. Voor
het effectieve gebruik van deze interface worden speciale functies ter beschikking gesteld
(zie de softwarebeschrijving 12C).
12C SCL
12C-bus pulsleiding
12C SDA
12C-bus dataleiding
Voedingsspanning (POWER, 5 Volt, GND)
Het Application board wordt via een stekkernetvoeding (9V/250mA) van spanning voorzien.
Afhankelijk van de verdere bedrading van het Application board kan het later nodig zijn een
netvoeding met een hogere capaciteit te gebruiken. Een vaste spanningsregelaar produceert
de interne gestabiliseerde voedingsspanning van 5V. Alle delen van de schakeling op het
Application board worden met deze spanning gevoed. Door de capaciteitsreserve van de
netvoeding staat deze 5V ook ter beschikking als voeding van externe ICs.
PortC.0
PortC.1
JP!
Resp. met
seriële bootloader –
(0 ... 9, *,
#) tot uw
15