1ZSE 5492-155 nl, Rev. 3
Procedure
De luchtontvochtiger en het oliepeil moeten vanaf vloerniveau worden gecontroleerd,
aangezien de transformator onder spanning staat.
1. Luchtontvochtiger controleren
De luchtontvochtigers en de leiding van het reservoir kunnen explosieve gassen
bevatten. Wanneer de luchtontvochtiger wordt verwijderd, mogen er geen open vuur,
warme oppervlakken of vonken in de buurt aanwezig zijn.
Controleer de luchtontvochtiger volgens de instructies voor de transformator.
2. Oliepeil in het reservoir controleren
Het oliepeil in het reservoir moet worden gecontroleerd volgens de instructies in de docu-
mentatie voor de transformator.
3. Motor en teller controleren
Open de deur van de kast voor de motoraandrijving en draai de schakelaar naar de
stand LOCAL [LOKAAL]. Draai vervolgens de bedieningsschakelaar naar de stand RAISE
[TOENEMEN] (LOWER) [(AFNEMEN)].
Controleer of de motor op de juiste manier werkt, of de positie-indicator voor elke bediening
een stap toeneemt (afneemt) en of de teller een stap vooruit gaat. Noteer de stand van de
teller. De teller toont het aantal koppelingen dat door de wikkelingkoppelaar is uitgevoerd
(met behulp van deze informatie kunt u het schema voor groot onderhoud bepalen).
Draai de bedieningsschakelaar naar de stand LOWER [AFNEMEN] (RAISE) [(TOENEMEN)].
Controleer of de motor ook in deze richting op de juiste manier werkt, of de positie-indicator
een stap afneemt (toeneemt) en of de teller een stap vooruit gaat.
Reset de sleepwijzers. Lees de teller af en noteer de stand.
4. Noodstop controleren
Druk op de noodstop. De motorbeveiligingsschakelaar wordt uitgeschakeld. Reset de
noodstop door de knop rechtsom te draaien en zet de motorbeveiligingsschakelaar in de
stand ON [AAN].
5. Aardlekschakelaar controleren (optie)
Als de motoraandrijving over een uitgang beschikt, moet de aardlekschakelaar worden
getest door de testknop op de uitgang (BUE) of op de afzonderlijke aardlekschakelaar (BUL)
in te drukken.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
7